Beluister hieronder het overzicht van hoogte- en dieptepunten uit de wetenschap van 2016, verteld door mijn collega Bouwe van Straten en ikzelf in het Radio 1-programma De Ochtend.
SCIENCE JOURNALIST - WRITER - SPEAKER @ ClearScience42 ***** Specialized in artificial intelligence, robots, the brain and Alan Turing***Gespecialiseerd in kunstmatige intelligentie, robots, het brein en Alan Turing.
Friday, December 30, 2016
Thursday, December 22, 2016
Eerste vingerafdruk van een atoom antimaterie
Anti-waterstof als test voor diepste wetten van de natuur
Voor het eerst hebben natuurkundigen een vingerafdruk genomen van een atoom antimaterie. Onderzoekers van het Europese onderzoekcentrum CERN in Genève hebben 67 atomen antiwaterstof gemaakt en opgesloten in een sterk magneetveld. Vervolgens werden ze met laserlicht beschenen. Dit stimuleert de atomen om zelf licht te gaan uitzenden. Dit licht is een unieke vingerafdruk van antiwaterstof.
Voor het eerst hebben natuurkundigen een vingerafdruk genomen van een atoom antimaterie. Onderzoekers van het Europese onderzoekcentrum CERN in Genève hebben 67 atomen antiwaterstof gemaakt en opgesloten in een sterk magneetveld. Vervolgens werden ze met laserlicht beschenen. Dit stimuleert de atomen om zelf licht te gaan uitzenden. Dit licht is een unieke vingerafdruk van antiwaterstof.
Lees op de website van De Kennis van Nu het hele artikel.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het radio 1-programma De Ochtend te beluisteren:
Thursday, December 1, 2016
Muzikale pupillen
Zelfs wanneer je geen ritmegevoel denkt te hebben, hebben je pupillen dat wel
De psychologen Atser Damsma en Hedderik van Rijn van de Rijksuniversiteit Groningen zijn geïnteresseerd in wat muziek doet met onze hersenen. Meer specifiek wilden zij weten in welke mate je bewust je aandacht moet richten om te herkennen dat een bepaalde beat in een ritmisch stukje muziek is weggevallen. Ze vroegen zich ook nog af of het herkennen van die beats afhangt van hoe muzikaal je bent.
Lees het volledige artikel op de website van De Kennis van Nu.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend te beluisteren.
Thursday, November 24, 2016
Onbewuste breintraining vermindert angst
Een groep Japanse, Amerikaanse en Engelse wetenschappers heeft een nieuwe methode ontwikkeld tegen angststoornissen, vooral gericht op fobieën en post-traumatische stress-stoornis (PTSS). De nieuwe methode is gebaseerd op een onbewuste training van het brein.
Lees hier het hele artikel dat ik schreef voor De Kennis van Nu.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend te bekijken/beluisteren:
Labels:
De Kennis van Nu,
Radio
Thursday, November 3, 2016
Donald Trump houdt niet van wetenschap
Volgende week dinsdag beslissen de Amerikanen wie de nieuwe president wordt van de VS: Hillary Clinton of Donald Trump. Als het gaat om wetenschap is Hillary Clinton uitgesproken pro, maar lijkt Donald Trump eerder anti. Hij verwerpt erkende wetenschappelijke inzichten en fabriceert zijn eigen pseudo-wetenschap.
“Controversen verkopen”, heeft Trump gezegd. Maar zijn versie van fact-free politics is een gevaar, zo schrijven zeventig Nobelprijswinnaars in een open brief waarin ze uitleggen waarom Hillary Clinton de beste presidentskandidaat is. Ze noemen Trump niet bij naam, maar schrijven wel dat “politiek beleid dat niet berust op wetenschappelijke kennis het prestige en de veiligheid van Amerika in gevaar kunnen brengen.”
“Controversen verkopen”, heeft Trump gezegd. Maar zijn versie van fact-free politics is een gevaar, zo schrijven zeventig Nobelprijswinnaars in een open brief waarin ze uitleggen waarom Hillary Clinton de beste presidentskandidaat is. Ze noemen Trump niet bij naam, maar schrijven wel dat “politiek beleid dat niet berust op wetenschappelijke kennis het prestige en de veiligheid van Amerika in gevaar kunnen brengen.”
Lees het hele artikel op de website van De Kennis van Nu.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn radiobijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend te bekijken en te beluisteren:
Labels:
De Kennis van Nu,
Radio
Thursday, October 27, 2016
'U bent schuldig', oordeelt de computer
Kunstmatige intelligentie leert juridisch en moreel redeneren.
Britse en Amerikaanse wetenschappers hebben een computerprogramma getraind om recht te spreken. Hun computerprogramma deed in 79% van de gevallen dezelfde uitspraak als een menselijke rechter bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De onderzoeksresultaten verschenen deze week in het tijdschrift Peer J Computer Science.
Saturday, October 22, 2016
'Turings Tango' als must-read
In 2012 publiceerde ik het boek Turings Tango over de zoektocht naar intelligente computers en robots. Ik legde toen de nadruk op het zoeken naar een optimale samenwerking tussen mensen aan de ene kant en computers en robots aan de andere kant. Daarmee was ik de tijd wat vooruit. Er was toen veel aandacht voor computers en robots die mensen zouden overvleugelen. Dat liep allemaal zo'n vaart niet.
Dit jaar concludeerde het uitgebreide Stanford-rapport One hundred year study on artificial intelligence:
"Contrary to the more fantastic predictions for AI in the popular press, the Study Panel found no cause for concern that AI is an imminent threat to humankind. No machines with self-sustaining long-term goals and intent have been developed, nor are they likely to be developed in the near future."
Anno 2016, is het thema mens-machine-samenwerking juist helemaal 'hot'. En zo hoort het. Machines zijn er voor mensen en niet andersom.
Het Financieele Dagblad publiceerde recent een lijst met vier boeken die een must-read zijn op het terrein van kunstmatige intelligentie. Ik was blij verrast dat Turings Tango op die lijst staat.
Ook de essaybundel Machines die denken staat op de lijst. Voor dat boek schreef ik het essay Zij aan zij.
Dit jaar concludeerde het uitgebreide Stanford-rapport One hundred year study on artificial intelligence:
"Contrary to the more fantastic predictions for AI in the popular press, the Study Panel found no cause for concern that AI is an imminent threat to humankind. No machines with self-sustaining long-term goals and intent have been developed, nor are they likely to be developed in the near future."
Anno 2016, is het thema mens-machine-samenwerking juist helemaal 'hot'. En zo hoort het. Machines zijn er voor mensen en niet andersom.
Het Financieele Dagblad publiceerde recent een lijst met vier boeken die een must-read zijn op het terrein van kunstmatige intelligentie. Ik was blij verrast dat Turings Tango op die lijst staat.
Ook de essaybundel Machines die denken staat op de lijst. Voor dat boek schreef ik het essay Zij aan zij.
Wednesday, October 19, 2016
Vruchtbare eicellen gemaakt uit huidcellen
Voor het eerst hebben biologen vruchtbare eicellen volledig in het lab gemaakt uit huidcellen van muizen. Na bevruchting van deze eicellen zijn er zelfs acht babymuisjes geboren. Het lijkt een kwestie van tijd voor deze truc ook lukt bij mensen. Betekent dit het einde van onvruchtbaarheid en kunnen in de toekomst zelfs twee mannen samen kinderen krijgen?
Klik op onderstaande afbeelding om mijn Radio 1-bijdrage aan het radioprogramma De Ochtend te beluisteren:
En lees hier mijn artikel over hetzelfde onderwerp voor De Kennis van Nu.
Thursday, October 13, 2016
e-book 'Leven met robots'
Zal een robot-kok ooit Michelin-sterren verdienen voor zijn restaurant? Blijven ouderen langer zelfstandig dankzij robots?
In het e-book Leven met robots - Hoe robots onze samenleving veranderen gaan journalisten Bas den Hond, Bennie Mols en Bram Vermeer en radiomaker Karin van den Boogaert op zoek naar het antwoord op deze en andere prikkelende vragen. In interviews, achtergrondverhalen, podcast-debatten en video's geven zij een genuanceerd beeld van de beloften én ingrijpende gevolgen van de opmars van robots in onze samenleving.
OVER BANEN, ZELFRIJDENDE AUTO’S EN ‘ROBOTZWERMEN’
De snelle ontwikkelingen in de robottechnologie zorgen in de samenleving voor veel discussie en onzekerheid. Mensen zijn bang om hun baan te verliezen door de inzet van robots in steeds meer sectoren en bedrijven. De auteurs van het e-book gaan dieper in op deze angsten en verkennen ook de nieuwe werkgelegenheid die robotica oplevert. Ze beschrijven in achtergrondverhalen hoe robots en mensen steeds inniger met elkaar samenwerken en vragen zich af hoe we moeten omgaan met machines die zelf steeds meer beslissingen kunnen nemen. Videoportretten schetsen een beeld van robottechnologie in de ouderenzorg en de dienstverlening, en in podcasts discussiëren experts over de beloften en hindernissen van zelfrijdende auto's en 'robotzwermen' in onze maatschappij.
MAANDELIJKSE UPDATES
In de komende maanden wordt het e-book regelmatig aangevuld met bijdragen over nieuwe deelthema's en actuele ontwikkelingen. Aan de eerste editie verleenden tal van vooraanstaande onderzoekers en tech-ondernemers in binnen- en buitenland hun medewerking, waaronder Martijn Wisse (TU Delft), Robert Went (WRR), Maarten Steinbuch (TU/e), Sebastian Thrun (Stanford University, ex-Google Car) en Vijay Kumar (University of Pennsylvania).
HELDER EN INTUÏTIEF INTERFACE
Leven met robots - Hoe robots onze samenleving veranderen is een nieuwe generatie e-book, met een helder en intuïtief interface dat speciaal voor deze publicatie is ontworpen. De innovatieve vorm maakt het eenvoudig om te navigeren door alle verhalen, podcasts en video's zonder het overzicht op de verschillende thema's te verliezen. Daarmee onderscheidt dit e-book zich van andere digitale publicaties.
KOSTELOOS DOWNLOADEN
Het e-book Leven met robots - Hoe robots onze samenleving veranderen is een samenwerkingsproject van uitgeverij Oostenwind en het TU Delft Robotics Institute en kwam tot stand met steun van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en RoboValley.
De publicatie is vanaf vrijdag 14 oktober kosteloos te downloaden via www.levenmetrobots.nu, Google Play (Android) en de iTunes App Store. Het e-book verschijnt tegelijk in het Engels en het Nederlands. Toekomstige updates van het e-book zijn ook gratis.
De snelle ontwikkelingen in de robottechnologie zorgen in de samenleving voor veel discussie en onzekerheid. Mensen zijn bang om hun baan te verliezen door de inzet van robots in steeds meer sectoren en bedrijven. De auteurs van het e-book gaan dieper in op deze angsten en verkennen ook de nieuwe werkgelegenheid die robotica oplevert. Ze beschrijven in achtergrondverhalen hoe robots en mensen steeds inniger met elkaar samenwerken en vragen zich af hoe we moeten omgaan met machines die zelf steeds meer beslissingen kunnen nemen. Videoportretten schetsen een beeld van robottechnologie in de ouderenzorg en de dienstverlening, en in podcasts discussiëren experts over de beloften en hindernissen van zelfrijdende auto's en 'robotzwermen' in onze maatschappij.
In de komende maanden wordt het e-book regelmatig aangevuld met bijdragen over nieuwe deelthema's en actuele ontwikkelingen. Aan de eerste editie verleenden tal van vooraanstaande onderzoekers en tech-ondernemers in binnen- en buitenland hun medewerking, waaronder Martijn Wisse (TU Delft), Robert Went (WRR), Maarten Steinbuch (TU/e), Sebastian Thrun (Stanford University, ex-Google Car) en Vijay Kumar (University of Pennsylvania).
HELDER EN INTUÏTIEF INTERFACE
Leven met robots - Hoe robots onze samenleving veranderen is een nieuwe generatie e-book, met een helder en intuïtief interface dat speciaal voor deze publicatie is ontworpen. De innovatieve vorm maakt het eenvoudig om te navigeren door alle verhalen, podcasts en video's zonder het overzicht op de verschillende thema's te verliezen. Daarmee onderscheidt dit e-book zich van andere digitale publicaties.
KOSTELOOS DOWNLOADEN
Het e-book Leven met robots - Hoe robots onze samenleving veranderen is een samenwerkingsproject van uitgeverij Oostenwind en het TU Delft Robotics Institute en kwam tot stand met steun van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en RoboValley.
De publicatie is vanaf vrijdag 14 oktober kosteloos te downloaden via www.levenmetrobots.nu, Google Play (Android) en de iTunes App Store. Het e-book verschijnt tegelijk in het Engels en het Nederlands. Toekomstige updates van het e-book zijn ook gratis.
Beluister hier het interview van Joost Karhof met Bennie Mols over 'Leven met robots' voor het Radio 1-programma Nieuws en Co van donderdag 13 oktober 2016.
Labels:
Boeken,
Informatica,
Radio,
Robots
Dement op Mars
Kosmische straling beschadigt hersenen Mars-reiziger.
Deze week schreef de Amerikaanse president Barack Obama dat de VS in 2030 mensen naar Mars wil sturen, met de hulp van commerciële partijen en “met de ambitie om daar een dag te blijven”. Ondernemer Elon Musk, eigenaar van onder andere ruimtevaartbedrijf SpaceX, meldde twee weken geleden dat hij al in 2024 de eerste mensen naar Mars wil laten reizen.
Voor de astronauten die koers naar Mars gaan zetten, is er echter een groot risico bij gekomen. Deze week gepubliceerd onderzoek in Nature Scientific Reports laat namelijk zien dat Mars-reizigers onderweg tal van cognitieve problemen kunnen ontwikkelen, waaronder dementie-achtige verschijnselen.
Voor de astronauten die koers naar Mars gaan zetten, is er echter een groot risico bij gekomen. Deze week gepubliceerd onderzoek in Nature Scientific Reports laat namelijk zien dat Mars-reizigers onderweg tal van cognitieve problemen kunnen ontwikkelen, waaronder dementie-achtige verschijnselen.
Lees het volledige artikel op de website van De Kennis van Nu.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn radiobijdrage over hetzelfde onderwerp aan het Radio 1-programma De Ochtend te bekijken/beluisteren.
Wednesday, October 5, 2016
We worden niet actiever door stappentellers en fitness-trackers
Ondanks trendy wearables blijkt de mens zelf weer eens de flessenhals van de vooruitgang.
Fitness-trackers in de vorm van polsbandjes of sporthorloges zijn de laatste jaren populair om bij te houden hoeveel we op een dag bewegen. In 2014 werden er wereldwijd 18 miljoen fitness-trackers verkocht. In 2015 al 41 miljoen. In 2019 verwachten de fabrikanten dat er 100 miljoen over de toonbank rollen. Fitness-trackers zijn big business. Nieuw onderzoek, deze week gepubliceerd in The Lancet Diabetes & Endocrinology, concludeert echter dat ze ons niet actiever maken.
Fitness-trackers in de vorm van polsbandjes of sporthorloges zijn de laatste jaren populair om bij te houden hoeveel we op een dag bewegen. In 2014 werden er wereldwijd 18 miljoen fitness-trackers verkocht. In 2015 al 41 miljoen. In 2019 verwachten de fabrikanten dat er 100 miljoen over de toonbank rollen. Fitness-trackers zijn big business. Nieuw onderzoek, deze week gepubliceerd in The Lancet Diabetes & Endocrinology, concludeert echter dat ze ons niet actiever maken.
Lees hier het hele artikel dat ik schreef voor De Kennis van Nu.
En hier kun je mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend bekijken (klik op onderstaande afbeelding):
Thursday, September 29, 2016
Lopen de mammoet en de dodo straks weer op aarde rond?
Richtlijnen voor de herintroductie van uitgestorven diersoorten
De mammoet en de dodo − twee iconische uitgestorven diersoorten. Jarenlang werden ideeën om zulke uitgestorven beesten op de een of andere manier weer tot leven te wekken, verwezen naar het rijk der fabelen. Maar met de opkomst van genetische precisie-engineering (met name van de afgelopen jaren veel besproken de CRISPR-Cas-techniek), is de herintroductie van uitgestorven soorten geen sciencefiction meer.
De mammoet en de dodo − twee iconische uitgestorven diersoorten. Jarenlang werden ideeën om zulke uitgestorven beesten op de een of andere manier weer tot leven te wekken, verwezen naar het rijk der fabelen. Maar met de opkomst van genetische precisie-engineering (met name van de afgelopen jaren veel besproken de CRISPR-Cas-techniek), is de herintroductie van uitgestorven soorten geen sciencefiction meer.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend te bekijken:
Voor De Kennis van Nu schreef ik dit artikel over hetzelfde onderwerp.
Labels:
Biologie,
De Kennis van Nu,
Radio
Sunday, September 25, 2016
Hoe lang mag voedsel op de grond liggen voor het besmet is met bacteriën?
De vijf-secondenregel kan definitief de prullenbak in
Het is in veel landen een volkswijsheid: als een stukje eten minder dan vijf seconden op de grond heeft gelegen mag je het gerust oprapen en opeten. Het idee hierachter is dat bacteriën tijd nodig hebben om het voedsel te besmetten. Klinkt aannemelijk, maar klopt het wel? Een nieuwe wetenschappelijke studie, deze maand gepubliceerd in Applied and Environmental Microbiology, laat zien dat je dat toch beter niet kunt doen. Zelfs wanneer voedsel minder dan een seconde op de grond heeft gelegen, is het al besmet geraakt met bacteriën.
Het is in veel landen een volkswijsheid: als een stukje eten minder dan vijf seconden op de grond heeft gelegen mag je het gerust oprapen en opeten. Het idee hierachter is dat bacteriën tijd nodig hebben om het voedsel te besmetten. Klinkt aannemelijk, maar klopt het wel? Een nieuwe wetenschappelijke studie, deze maand gepubliceerd in Applied and Environmental Microbiology, laat zien dat je dat toch beter niet kunt doen. Zelfs wanneer voedsel minder dan een seconde op de grond heeft gelegen, is het al besmet geraakt met bacteriën.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend van woensdag 21 september bekijken.
En hier kun je mijn artikel over hetzelfde onderwerp voor De Kennis van Nu lezen.
Labels:
Biologie,
De Kennis van Nu,
Radio
Friday, September 16, 2016
Waarom de neus 'neus' heet
Diepe gelijkenis tussen woordklanken in duizenden talen
Meer dan een eeuw gingen taalonderzoekers ervan uit dat er geen verband bestaat tussen de klank van een woord en de betekenis ervan. Wat bij ons een ‘vogel’ heet, heet in het Russisch ‘ptitsa’, in het Swahili ‘ndege’ en in het Japans ‘tori’. Daar zit totaal geen verband in.
Dat we een neus ‘neus’ noemen, zou dus ook volslagen toeval zijn. Natuurlijk vinden we wel verbanden tussen verwante talen. Onze ‘neus’ heet in het Engels ‘nose’, in het Duits ‘Nase’ en in het Frans ‘nez’. Allemaal woorden met een ’n’ in de uitspraak.
Dan moeten we echter bedenken dat het Nederlands, Engels en Duits tot de Germaanse talen behoren. En het Frans is een Romaanse taal die samen met de Germaanse talen tot de Indo-Europese talen behoort. Al die talen zijn familie van elkaar. Niet gek dus dat je overeenkomsten vindt in de klanken van verschillende woorden die hetzelfde betekenen. Maar overeenkomsten tussen niet verwante talen, zouden volgens het heersende paradigma in de taalkunde hoogstens op toeval kunnen berusten.
Nieuw onderzoek laat echter zien dat de klanken die totaal verschillende talen voor woorden met dezelfde betekenis gebruiken, veel minder toevallig zijn dan gedacht. Er is juist een diepe gelijkenis tussen klanken van verschillende woorden voor dezelfde dingen in duizenden talen.
Lees hier het volledige artikel, geschreven voor De Kennis van Nu.
Klik op de afbeelding hieronder voor het bekijken/beluisteren van mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend:
Dat we een neus ‘neus’ noemen, zou dus ook volslagen toeval zijn. Natuurlijk vinden we wel verbanden tussen verwante talen. Onze ‘neus’ heet in het Engels ‘nose’, in het Duits ‘Nase’ en in het Frans ‘nez’. Allemaal woorden met een ’n’ in de uitspraak.
Dan moeten we echter bedenken dat het Nederlands, Engels en Duits tot de Germaanse talen behoren. En het Frans is een Romaanse taal die samen met de Germaanse talen tot de Indo-Europese talen behoort. Al die talen zijn familie van elkaar. Niet gek dus dat je overeenkomsten vindt in de klanken van verschillende woorden die hetzelfde betekenen. Maar overeenkomsten tussen niet verwante talen, zouden volgens het heersende paradigma in de taalkunde hoogstens op toeval kunnen berusten.
Nieuw onderzoek laat echter zien dat de klanken die totaal verschillende talen voor woorden met dezelfde betekenis gebruiken, veel minder toevallig zijn dan gedacht. Er is juist een diepe gelijkenis tussen klanken van verschillende woorden voor dezelfde dingen in duizenden talen.
Lees hier het volledige artikel, geschreven voor De Kennis van Nu.
Klik op de afbeelding hieronder voor het bekijken/beluisteren van mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend:
Labels:
De Kennis van Nu,
Radio
Sunday, August 28, 2016
'De robot als collega' - Paneldiscussie op dinsdag 27 september
Op dinsdag 27 september zit ik in een discussiepanel over 'De robot als collega' bij Pakhuis De Zwijger in Amsterdam, samen met WRR-econoom Robert Went en de wetenschappelijk onderzoekers Anna Salomons en Marcel van der Linden.
'Help, de robots komen!' of 'Robots pikken banen in': de media staan vol met dit soort verontrustende berichten over robotisering en de arbeidsmarkt. Er bestaan echter verschillende geluiden over de komst van de robots op de werkvloer. Moeten we ons grote zorgen maken? Volgens sommigen is de angst voor robots echt niet nodig en biedt technologisering juist nieuwe kansen voor de arbeidsmarkt. Welke ontwikkelingen heeft de arbeidsmarkt doorgemaakt door technologisering? En wat betekent technologisering voor onze toekomstige banen?
Klik hier voor meer informatie.
Thursday, August 25, 2016
Meeste drone-ongelukken door technische en niet door menselijke fouten
Communicatie tussen drone en drone-piloot hapert vaak.
Het eerste wereldwijde onderzoek naar ongelukken en bijna-ongelukken met drones − op afstand bestuurbare vliegtuigen en helicopters − laat zien dat 64% te wijten is aan technisch falen van de drone. En dat terwijl drone-fabrikanten tot nu toe beweerden dat drone-piloten de belangrijkste oorzaak zouden zijn. Dit blijkt uit Australisch onderzoek dat deze week is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Aerospace.
Het eerste wereldwijde onderzoek naar ongelukken en bijna-ongelukken met drones − op afstand bestuurbare vliegtuigen en helicopters − laat zien dat 64% te wijten is aan technisch falen van de drone. En dat terwijl drone-fabrikanten tot nu toe beweerden dat drone-piloten de belangrijkste oorzaak zouden zijn. Dit blijkt uit Australisch onderzoek dat deze week is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Aerospace.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend van woensdag 24 augustus over dit onderwerp te bekijken.
En hier kunt u mijn artikel voor De Kennis van Nu lezen.
Labels:
De Kennis van Nu,
Radio,
Robots,
Techniek
Tuesday, June 28, 2016
Software zet schetsjes om in prima foto’s
Als diep-neuraal-netwerksoftware hard studeert op foto's en schetsen, kan het ook zelf een schetsje omzetten in een foto.
Onderzoekers van het Donders Instituut voor Brein, Cognitie en Gedrag in Nijmegen hebben voor het eerst een computer geleerd om schetsen van gezichten om te toveren tot fotorealistische afbeeldingen. Dat kan tot interessante toepassingen leiden voor kunsthistorici en forensisch onderzoekers.
Ons beeld van Rembrandt en andere oude meesters is gebaseerd op hun zelfportretten. De fotografie werd immers pas in de 19e eeuw uitgevonden. In die zelfportretten gaat altijd informatie verloren: bijvoorbeeld details van huid, oren, mond en haar. Bij zwart-wit-schetsen valt ook nog eens de kleur weg. Ook de compositietekeningen die forensisch tekenaars van verdachten maken bevatten veel minder informatie dan de werkelijke gezichten. Wat zou het interessant zijn wanneer we een computer kunnen leren om uit zulke schetsen automatisch een realistische portretfoto te reconstrueren.
Neurowetenschapper Marcel van Gerven ging samen met promovendus Yaǧmur Güçlütürk en twee andere collega’s deze uitdaging aan. “We leren de computer om de wereld in te vullen, zoals het menselijk brein ook doet”, vertelt van Gerven. “Ons brein doet voortdurend voorspellingen over de buitenwereld. Hierbij vult het vaak visuele informatie in die het niet ziet. Wie bijvoorbeeld maar de helft van een gezicht ziet, gaat de andere helft aanvullen op basis van de vele gezichten die ons brein al heeft gezien.”
De laatste jaren zijn computers steeds beter geworden in het leren op basis van grote verzamelingen voorbeelden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld leren om foto’s te omschrijven met steekwoorden. Dat leren doen computers analoog aan het menselijk brein. Een netwerk van kunstmatige neuronen (een Diep Neuraal Netwerk) wordt in lagen verdeeld. Elke laag neemt een deel van de patroonherkenning voor zijn rekening. De bovenste lagen herkennen bijvoorbeeld de lijnoriëntatie of de textuur, terwijl diepere lagen delen van voorwerpen herkennen. De diepste laag, ten slotte, herkent volledige voorwerpen.
Van Gerven en zijn collega’s trainden een Diep Neuraal Netwerk van zeventien lagen op een dataverzameling van meer dan tweehonderdduizend portretfoto’s en bijbehorende schetsen. De schetsen waren door een computer gemaakt, iets wat ze al goed kunnen, omdat ze alleen maar bestaande informatie hoeven weg te gooien. Van Gerven: “De schetsen variëren in stijl. Sommige zijn zwart-wit, andere in kleur. Sommige zijn ruw, andere gedetailleerd. Vervolgens maken we een nieuwe dataverzameling van portretfoto’s en bijbehorende schetsen, die de computer tijdens zijn training niet heeft gezien. Daarna laten we de computer portretfoto’s uit de schetsen reconstrueren. De vraag is dan of de computer de informatie die verloren is gegaan in de schetsen, realistisch weet aan te vullen.”
De afbeeldingen die de computer zo reconstrueert, vergeleken de onderzoekers met de echte portretfoto’s. De resultaten bleken indrukwekkend. Vaak kwam zelfs de haarkleur en de huidkleur overeen, ook wanneer de schets in zwart-wit was gemaakt. Ten slotte lieten de onderzoekers de computer fotorealistische afbeeldingen reconstrueren uit zwart-wit-zelfportretten van Rembrandt, Van Gogh en Escher. Ook deze kwamen kwalitatief gezien goed overeen met gekleurde zelfportretten van Rembrandt en Van Gogh, en in het geval van Escher met een zwart-wit-foto van de graficus.
De Nijmeegse wetenschappers publiceerden hun resultaten deze maand op arXiv.org, een online verzameling voorpublicaties van wetenschappelijke artikelen die nog niet door collega’s zijn gecontroleerd. Van Gerven heeft inmiddels het spin-off-bedrijf Neurant opgericht om commerciële toepassingen te ontwikkelen: van toepassingen in de schilderkunst en forensisch onderzoek tot het opschonen van beelden die vol ruis zitten.
Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad van maandag 27 juni 2016.
Ons beeld van Rembrandt en andere oude meesters is gebaseerd op hun zelfportretten. De fotografie werd immers pas in de 19e eeuw uitgevonden. In die zelfportretten gaat altijd informatie verloren: bijvoorbeeld details van huid, oren, mond en haar. Bij zwart-wit-schetsen valt ook nog eens de kleur weg. Ook de compositietekeningen die forensisch tekenaars van verdachten maken bevatten veel minder informatie dan de werkelijke gezichten. Wat zou het interessant zijn wanneer we een computer kunnen leren om uit zulke schetsen automatisch een realistische portretfoto te reconstrueren.
Neurowetenschapper Marcel van Gerven ging samen met promovendus Yaǧmur Güçlütürk en twee andere collega’s deze uitdaging aan. “We leren de computer om de wereld in te vullen, zoals het menselijk brein ook doet”, vertelt van Gerven. “Ons brein doet voortdurend voorspellingen over de buitenwereld. Hierbij vult het vaak visuele informatie in die het niet ziet. Wie bijvoorbeeld maar de helft van een gezicht ziet, gaat de andere helft aanvullen op basis van de vele gezichten die ons brein al heeft gezien.”
De laatste jaren zijn computers steeds beter geworden in het leren op basis van grote verzamelingen voorbeelden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld leren om foto’s te omschrijven met steekwoorden. Dat leren doen computers analoog aan het menselijk brein. Een netwerk van kunstmatige neuronen (een Diep Neuraal Netwerk) wordt in lagen verdeeld. Elke laag neemt een deel van de patroonherkenning voor zijn rekening. De bovenste lagen herkennen bijvoorbeeld de lijnoriëntatie of de textuur, terwijl diepere lagen delen van voorwerpen herkennen. De diepste laag, ten slotte, herkent volledige voorwerpen.
Van Gerven en zijn collega’s trainden een Diep Neuraal Netwerk van zeventien lagen op een dataverzameling van meer dan tweehonderdduizend portretfoto’s en bijbehorende schetsen. De schetsen waren door een computer gemaakt, iets wat ze al goed kunnen, omdat ze alleen maar bestaande informatie hoeven weg te gooien. Van Gerven: “De schetsen variëren in stijl. Sommige zijn zwart-wit, andere in kleur. Sommige zijn ruw, andere gedetailleerd. Vervolgens maken we een nieuwe dataverzameling van portretfoto’s en bijbehorende schetsen, die de computer tijdens zijn training niet heeft gezien. Daarna laten we de computer portretfoto’s uit de schetsen reconstrueren. De vraag is dan of de computer de informatie die verloren is gegaan in de schetsen, realistisch weet aan te vullen.”
De afbeeldingen die de computer zo reconstrueert, vergeleken de onderzoekers met de echte portretfoto’s. De resultaten bleken indrukwekkend. Vaak kwam zelfs de haarkleur en de huidkleur overeen, ook wanneer de schets in zwart-wit was gemaakt. Ten slotte lieten de onderzoekers de computer fotorealistische afbeeldingen reconstrueren uit zwart-wit-zelfportretten van Rembrandt, Van Gogh en Escher. Ook deze kwamen kwalitatief gezien goed overeen met gekleurde zelfportretten van Rembrandt en Van Gogh, en in het geval van Escher met een zwart-wit-foto van de graficus.
De Nijmeegse wetenschappers publiceerden hun resultaten deze maand op arXiv.org, een online verzameling voorpublicaties van wetenschappelijke artikelen die nog niet door collega’s zijn gecontroleerd. Van Gerven heeft inmiddels het spin-off-bedrijf Neurant opgericht om commerciële toepassingen te ontwikkelen: van toepassingen in de schilderkunst en forensisch onderzoek tot het opschonen van beelden die vol ruis zitten.
Saturday, June 25, 2016
Bruggenbouwer tussen filosofie en geschiedenis - Spinozapremie voor filosoof Lodi Nauta
Lodi Nauta, hoogleraar Geschiedenis van de filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen, verheldert onze kijk op de geschiedenis door een brug te slaan tussen Middeleeuwse, humanistische en moderne filosofie.
Dit artikel is gepubliceerd in NWO Hypothese van juni 2016
De Spinozapremie is vernoemd naar een filosoof. Toch bent u pas de eerste filosoof die de premie sinds de instelling in 1995 ontvangt. Wat vindt u daarvan?
Twee jaar geleden won grutto-onderzoeker Theunis Piersma de Spinozapremie. Ik ben zelf een enthousiast vogelaar en het was alsof mijn belangstelling voor zowel vogels als nadenken over de wereld in Theunis samenkwamen. Nu win ik zelf die prijs. Ongelofelijk, en heel eervol. Ik zie het vooral als een erkenning voor de filosofie. Fijn dat de commissie mijn vak ook belangrijk vindt, naast de bètawetenschappen en de medische wetenschappen, die vaak in de prijzen vallen.
Hoe omschrijft u uw onderzoek tegenover mensen die niet bekend zijn met de filosofie?
We hebben allemaal gedachten over het leven. Wat is goed en kwaad? Wat is een geldige redenering? Hoe zit de wereld in elkaar? De antwoorden op deze vragen veranderen in de loop van de geschiedenis. Tegenwoordig grijpen politici en commentatoren te pas en te onpas terug op het belang van de Verlichting. Hoe is die nadruk op de Verlichting ontstaan? Veel huidige debatten kun je niet begrijpen zonder de historische achtergrond. Ik ben gefascineerd door hoe mensen vroeger dachten over filosofische thema’s als kennis en moraal. Vaak zitten daar breukvlakken in en ik bestudeer graag de verandering van ideeën over mens en wereld op die breukvlakken.
U probeert filosofie en geschiedenis samen te brengen. Welke nieuwe inzichten heeft dat opgeleverd?
Bijvoorbeeld dat het moderne idee dat taal meer is dan een jas die je aan of uit trekt ouder is dan gedacht. Dat idee associëren veel mensen met het werk van een twintigste eeuwse filosoof als Ludwig Wittgenstein. Maar de humanisten realiseerden zich al dat taal geen neutraal medium is, maar ons denken en onze kijk op de wereld beïnvloedt. Ik heb het werk van de humanist Lorenzo Valla, een voorloper van Erasmus, bestudeerd. Valla schreef in de vijftiende eeuw al dat als je taal en argumentatie wilt bestuderen, je dat in de context van het gebruik van woorden moet doen. Hoewel er wel degelijk verschillen zijn tussen het denken van Valla en dat van Wittgenstein, vond ik ook deze opvallende overeenkomst, terwijl er vijf eeuwen tussen liggen.
Wat vindt u uw belangrijkste wetenschappelijke bijdragen?
Mijn belangrijkste bijdrage ligt op het terrein van het humanisme in de Renaissance. Ik probeer bruggen te slaan tussen deze en andere historische periodes. Een andere bijdrage is mijn studie van de twaalfde eeuw. Ik ben een van de wetenschappers die heeft laten zien dat het beeld van de Middeleeuwen als een donkere periode niet klopt. Juist in de twaalfde eeuw wordt de rede steeds belangrijker ten koste van God en de bijbel. De twaalfde eeuw was een soort Renaissance van de Middeleeuwen.
De Spinozapremie is vernoemd naar een filosoof. Toch bent u pas de eerste filosoof die de premie sinds de instelling in 1995 ontvangt. Wat vindt u daarvan?
Twee jaar geleden won grutto-onderzoeker Theunis Piersma de Spinozapremie. Ik ben zelf een enthousiast vogelaar en het was alsof mijn belangstelling voor zowel vogels als nadenken over de wereld in Theunis samenkwamen. Nu win ik zelf die prijs. Ongelofelijk, en heel eervol. Ik zie het vooral als een erkenning voor de filosofie. Fijn dat de commissie mijn vak ook belangrijk vindt, naast de bètawetenschappen en de medische wetenschappen, die vaak in de prijzen vallen.
Hoe omschrijft u uw onderzoek tegenover mensen die niet bekend zijn met de filosofie?
We hebben allemaal gedachten over het leven. Wat is goed en kwaad? Wat is een geldige redenering? Hoe zit de wereld in elkaar? De antwoorden op deze vragen veranderen in de loop van de geschiedenis. Tegenwoordig grijpen politici en commentatoren te pas en te onpas terug op het belang van de Verlichting. Hoe is die nadruk op de Verlichting ontstaan? Veel huidige debatten kun je niet begrijpen zonder de historische achtergrond. Ik ben gefascineerd door hoe mensen vroeger dachten over filosofische thema’s als kennis en moraal. Vaak zitten daar breukvlakken in en ik bestudeer graag de verandering van ideeën over mens en wereld op die breukvlakken.
U probeert filosofie en geschiedenis samen te brengen. Welke nieuwe inzichten heeft dat opgeleverd?
Bijvoorbeeld dat het moderne idee dat taal meer is dan een jas die je aan of uit trekt ouder is dan gedacht. Dat idee associëren veel mensen met het werk van een twintigste eeuwse filosoof als Ludwig Wittgenstein. Maar de humanisten realiseerden zich al dat taal geen neutraal medium is, maar ons denken en onze kijk op de wereld beïnvloedt. Ik heb het werk van de humanist Lorenzo Valla, een voorloper van Erasmus, bestudeerd. Valla schreef in de vijftiende eeuw al dat als je taal en argumentatie wilt bestuderen, je dat in de context van het gebruik van woorden moet doen. Hoewel er wel degelijk verschillen zijn tussen het denken van Valla en dat van Wittgenstein, vond ik ook deze opvallende overeenkomst, terwijl er vijf eeuwen tussen liggen.
Wat vindt u uw belangrijkste wetenschappelijke bijdragen?
Mijn belangrijkste bijdrage ligt op het terrein van het humanisme in de Renaissance. Ik probeer bruggen te slaan tussen deze en andere historische periodes. Een andere bijdrage is mijn studie van de twaalfde eeuw. Ik ben een van de wetenschappers die heeft laten zien dat het beeld van de Middeleeuwen als een donkere periode niet klopt. Juist in de twaalfde eeuw wordt de rede steeds belangrijker ten koste van God en de bijbel. De twaalfde eeuw was een soort Renaissance van de Middeleeuwen.
Labels:
Filosofie,
NWO Hypothese
Bouwstenen voor toekomstige elektronica - Spinozapremie voor natuurkundige Bart van Wees
Onze moderne informatie- en communicatietechnologie zou niet bestaan zonder succesvolle toepassingen van kwantummechanica. Bart van Wees, hoogleraar Technische natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, bouwt quantum devices voor een nieuwe generatie toepassingen.
Dit artikel is gepubliceerd in NWO Hypothese van juni 2016
Uw onderzoek strekt zich uit over exotisch klinkende terreinen als spintronica, spincaloritronica en gekwantiseerde geleiding, maar u werkt ook aan een wondermateriaal als grafeen. Wat ziet u als de rode draad in uw werk?
De rode draad is dat ik geïnteresseerd ben in quantum engineering. Hoe benut je het feit dat elektronen zich soms als deeltjes en soms als golven gedragen? Aan de ene kant wil ik uit pure nieuwsgierigheid nieuwe kwantummechanische fenomenen in materialen ontdekken. Aan de andere kant wil ik die effecten gebruiken om bouwstenen voor de micro-elektronica van de toekomst mee te maken. Die twee stimuleren elkaar trouwens. Fundamenteel onderzoek leidt tot nieuwe toepassingen en die nieuwe toepassingen inspireren ons weer tot nieuw fundamenteel onderzoek.
Tot welke toepassingen kan uw onderzoek leiden?
Soms noemen we ons onderzoek ‘Voorbij Moore’. Decennialang is de Wet van Moore de drijvende kracht geweest achter de ontwikkeling van computerchips. Elke twee jaar verdubbelde de rekenkracht van een computerchip. Aan de Wet van Moore komt een keer een einde. Onze bouwstenen zijn dan misschien een manier om de micro-elektronica van de toekomst op te baseren.
Grafeen-devices die gebruik maken van elektronenspins kunnen bijvoorbeeld zo’n bouwsteen worden. Dat is een toepassing van wat spintronica heet. We gebruiken dan niet de lading van een elektron, maar zijn spin, zeg maar het tollen om zijn as. Hierdoor gedragen elektronen zich als kleine magneetjes. Het mooie van grafeen is dat daarin de spins over lange afstand kunnen bewegen zonder hun magnetisatierichting te verliezen. We zijn op weg om ook hier elementaire elektronicabouwstenen mee te maken.
In het algemeen heeft al ons onderzoek wel een link heeft met de halfgeleiderindustrie, de industrie die onze computerchips maakt. Dat ons onderzoek tot toepassingen leidt is zeker, maar welke bouwstenen het wel of niet halen, valt niet te voorspellen.
Bent u wel eens verbaasd hoe veel vreemde kwantummechanische effecten de natuur in petto heeft om nieuwe materialen mee te maken?
Ik denk dat ik eerder verbaasd ben over het feit dat de natuur materialen kent die helemaal geen rare eigenschappen hebben en die zo universeel zijn als bijvoorbeeld silicium. Dat de natuur materialen kent die zo goed te hanteren zijn dat we er mooie technologie van kunnen maken, vind ik minstens zo bijzonder als exotische kwantumfenomenen.
Wat ziet u als uw volgende grote uitdaging?
Het combineren van elektronica met spintronica en fotonica. We zouden hiermee hele nieuwe devices kunnen maken die zowel kunnen rekenen, wat nu elektronisch gebeurt, maar ook data kunnen opslaan, wat nu magnetisch gebeurt, en ook nog snel kunnen communiceren, wat nu met licht gebeurt.
Dit artikel is gepubliceerd in NWO Hypothese van juni 2016
Uw onderzoek strekt zich uit over exotisch klinkende terreinen als spintronica, spincaloritronica en gekwantiseerde geleiding, maar u werkt ook aan een wondermateriaal als grafeen. Wat ziet u als de rode draad in uw werk?
De rode draad is dat ik geïnteresseerd ben in quantum engineering. Hoe benut je het feit dat elektronen zich soms als deeltjes en soms als golven gedragen? Aan de ene kant wil ik uit pure nieuwsgierigheid nieuwe kwantummechanische fenomenen in materialen ontdekken. Aan de andere kant wil ik die effecten gebruiken om bouwstenen voor de micro-elektronica van de toekomst mee te maken. Die twee stimuleren elkaar trouwens. Fundamenteel onderzoek leidt tot nieuwe toepassingen en die nieuwe toepassingen inspireren ons weer tot nieuw fundamenteel onderzoek.
Tot welke toepassingen kan uw onderzoek leiden?
Soms noemen we ons onderzoek ‘Voorbij Moore’. Decennialang is de Wet van Moore de drijvende kracht geweest achter de ontwikkeling van computerchips. Elke twee jaar verdubbelde de rekenkracht van een computerchip. Aan de Wet van Moore komt een keer een einde. Onze bouwstenen zijn dan misschien een manier om de micro-elektronica van de toekomst op te baseren.
Grafeen-devices die gebruik maken van elektronenspins kunnen bijvoorbeeld zo’n bouwsteen worden. Dat is een toepassing van wat spintronica heet. We gebruiken dan niet de lading van een elektron, maar zijn spin, zeg maar het tollen om zijn as. Hierdoor gedragen elektronen zich als kleine magneetjes. Het mooie van grafeen is dat daarin de spins over lange afstand kunnen bewegen zonder hun magnetisatierichting te verliezen. We zijn op weg om ook hier elementaire elektronicabouwstenen mee te maken.
In het algemeen heeft al ons onderzoek wel een link heeft met de halfgeleiderindustrie, de industrie die onze computerchips maakt. Dat ons onderzoek tot toepassingen leidt is zeker, maar welke bouwstenen het wel of niet halen, valt niet te voorspellen.
Bent u wel eens verbaasd hoe veel vreemde kwantummechanische effecten de natuur in petto heeft om nieuwe materialen mee te maken?
Ik denk dat ik eerder verbaasd ben over het feit dat de natuur materialen kent die helemaal geen rare eigenschappen hebben en die zo universeel zijn als bijvoorbeeld silicium. Dat de natuur materialen kent die zo goed te hanteren zijn dat we er mooie technologie van kunnen maken, vind ik minstens zo bijzonder als exotische kwantumfenomenen.
Wat ziet u als uw volgende grote uitdaging?
Het combineren van elektronica met spintronica en fotonica. We zouden hiermee hele nieuwe devices kunnen maken die zowel kunnen rekenen, wat nu elektronisch gebeurt, maar ook data kunnen opslaan, wat nu magnetisch gebeurt, en ook nog snel kunnen communiceren, wat nu met licht gebeurt.
Tuesday, June 14, 2016
A Hologram for the King
De film A Hologram for the King, naar het boek van Dave Eggers, is een kritische beschouwing over de gevolgen van de digitale revolutie.
Voor De Filmkrant schreef ik onderstaande recensie:
Voor De Filmkrant schreef ik onderstaande recensie:
"Everybody wants to be somewhere else", zegt de Saoedische arts Zahra Hakem tegen de Amerikaanse zakenman Alan Clay (Tom Hanks). Samen staan ze voor een schilderij van een berglandschap in een buitenhuis aan zee. Wanneer ze langs de Edvard Munch-achtige penseelstreken naar buiten kijken, zien ze de brandende zon op de klotsende golven weerkaatsen. Achter hun ruggen ligt de woestijn.
Clay is in Saoedi-Arabië om een holografisch teleconferentiesysteem te presenteren aan de koning van het land. De technologie maakt het mogelijk om zakenpartners van waar ook ter wereld in drie dimensies virtueel tevoorschijn te toveren voor het oog van de koning, bewegend en al. Handig om te onderhandelen zonder daarvoor te hoeven reizen. Uiteindelijk koopt de Saoedische koning het systeem niet van Clay en zijn Amerikaanse IT-bedrijf, maar van de Chinezen. Die blijken hetzelfde product te hebben ontwikkeld, maar het goedkoper aan te bieden.
Tom Tykwers film A Hologram for the King, gebaseerd op het gelijknamige boek van de Amerikaanse schrijver Dave Eggers, is een portret van de existentiële crisis van een zakenman dat uitmondt in een klassiek liefdesverhaal, en tegelijkertijd een kritische beschouwing van de gevolgen van de globalisering en de digitale revolutie. Het hologram-voor-de-koning is de metafoor voor de spanning tussen de fysieke en de virtuele wereld, een bijwerking van de digitale revolutie.
Clay is in Saoedi-Arabië om een holografisch teleconferentiesysteem te presenteren aan de koning van het land. De technologie maakt het mogelijk om zakenpartners van waar ook ter wereld in drie dimensies virtueel tevoorschijn te toveren voor het oog van de koning, bewegend en al. Handig om te onderhandelen zonder daarvoor te hoeven reizen. Uiteindelijk koopt de Saoedische koning het systeem niet van Clay en zijn Amerikaanse IT-bedrijf, maar van de Chinezen. Die blijken hetzelfde product te hebben ontwikkeld, maar het goedkoper aan te bieden.
Tom Tykwers film A Hologram for the King, gebaseerd op het gelijknamige boek van de Amerikaanse schrijver Dave Eggers, is een portret van de existentiële crisis van een zakenman dat uitmondt in een klassiek liefdesverhaal, en tegelijkertijd een kritische beschouwing van de gevolgen van de globalisering en de digitale revolutie. Het hologram-voor-de-koning is de metafoor voor de spanning tussen de fysieke en de virtuele wereld, een bijwerking van de digitale revolutie.
Lees mijn hele recensie op de website van De Filmkrant.
Labels:
Filmkrant,
Informatica
Wednesday, June 1, 2016
De aanstekelijkheid van concentratie
Veel freelancers werken tegenwoordig in koffiebars en café’s. Nieuw psychologisch onderzoek laat zien waarom ze daar beter van gaan werken: de concentratie van andere freelancers werkt namelijk aanstekelijk. Dat concluderen Belgische psychologen in het tijdschrift Psychonomic Bulletin and Review.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn radiobijdrage aan het radio 1-programma De Ochtend van woensdag 31 mei 2016 te bekijken of te beluisteren:
En lees hier mijn hele artikel over de aanstekelijkheid van concentratie.
Friday, May 27, 2016
Hoe weet ons brein hoe bang het moet zijn?
Japanse en Amerikaanse onderzoekers hebben in het brein van ratten ontrafeld welke groepje hersencellen de kans op gevaar berekent. Ze publiceerden hun resultaten deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Neuroscience.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het radio 1-programma De Ochtend van woensdag 25 mei 2016 te beluisteren:
Voor De Kennis van Nu schreef ik dit artikel over hetzelfde onderwerp.
Wednesday, May 18, 2016
Wat is toeval?
Johan Cruijff zei ooit dat toeval logisch is, maar hoe logisch is toeval eigenlijk? Bestaat er in de natuur wel zoiets als zuiver toeval?
Tuesday, May 17, 2016
Kunnen robots rechtspreken?
Richard Susskind, IT-adviseur van de rechtspraak in Groot-Brittannië, heeft gezegd: “In de komende twee decennia gaat in de rechtspraak meer veranderen dan in de afgelopen twee eeuwen.” En dat komt allemaal door toepassing van kunstmatige intelligentie.
Advocaten en rechters doen hun werk op basis van ingewikkelde wetteksten en jurisprudentie. Computers worden steeds beter in het lezen, begrijpen en analyseren van zulke teksten. De eerste super-Siri voor advocaten bestaat al en heet Ross. Stel Ross een juridische vraag, dan krijg je een antwoord, inclusief verwijzingen naar relevante teksten en een percentage van hoe zeker ROSS van zijn zaak is. Zodra Ross een nieuwe zaak in zijn geheugen krijgt, die relevant is voor jouw zaak, dan stelt de computer je op de hoogte.
Beluister hier mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend van maandag 16 mei 2016 (klik op de afbeelding) over de vraag: "Kunnen robots rechtspreken?":
Lees ook mijn artikel over hetzelfde onderwerp op de website van De Kennis van Nu.
Thursday, May 5, 2016
Geen pillen maar therapie tegen chronische slapeloosheid
Deze week publiceerde het Amerikaanse College van Artsen een nieuwe richtlijn voor de behandeling van chronische slapeloosheid in het wetenschappelijke tijdschrift Annals of Internal Medicine. Daarin bevelen ze cognitieve gedragstherapie officieel aan als voorkeursbehandeling in plaats van slaappillen.
Chronische slapeloosheid wordt gedefinieerd als slapeloosheid die minimaal drie dagen per week optreedt en langer dan drie maanden aanhoudt. Mensen die lijden aan chronische slapeloosheid hebben ook overdag last van de gevolgen: ze voelen zich moe, slaperig, prikkelbaar, kunnen zich minder goed concentreren, hebben last van hun geheugen en presteren in het algemeen slechter. De oorzaak is niet lichamelijk, maar geestelijk. Mensen zijn te lang in hun hoofd met werk bezig, piekeren te veel en gaan zich zorgen maken om het slechte slapen. Vaak ontstaat daardoor een vicieuze cirkel: juist door het te bewust bezig zijn met slaap, lukt het nog slechter om in slaap te vallen.
Naar schatting lijdt tussen de zes en de tien procent van de volwassenen aan slapeloosheid. 750.000 Nederlanders slikken dagelijks slaappillen. En juist dat is iets dat het Amerikaanse College van Artsen niet aanbeveelt. Het college verzamelde wetenschappelijke studies die tussen 2004 en 2015 zijn gedaan en concludeert dat er voldoende wetenschappelijk bewijs is om de voorkeur te geven aan behandeling met cognitieve gedragstherapie in plaats van met slaappillen. Cognitieve gedragstherapie heeft op lange termijn positieve effecten, terwijl slaappillen alleen een paardenmiddel op de korte termijn zijn.
De nadelen van slaappillen zijn dat de slaap niet dezelfde kwaliteit heeft als normale slaap, dat het brein snel aan slaappillen gaat wennen en dat ze bij-effecten opleveren zoals hoofdpijn overdag. Hoewel slaappillen officieel zijn goedgekeurd, beveelt de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) ze alleen aan voor gebruik korter dan vier tot vijf weken.
Cognitieve gedragstherapie is een combinatie van denk- en doe-oefeningen. Omdat chronische slapeloosheid niet een lichamelijke maar een geestelijke oorzaak heeft, is het idee om het gedrag en het denken van de patiënt te veranderen. Denkoefeningen kunnen bestaan uit ontspanningsoefeningen en mindfulness- of andere meditatietechnieken. Die leren de geest om de eigen gedachten en gevoelens meer van een afstand te bekijken en zo los te laten. Mensen met chronische slapeloosheid moeten weer leren om het vertrouwen terug te winnen dat het lichaam zelf wel weet wanneer en hoe het in slaap moet vallen als het moe genoeg is.
De doe-oefeningen zitten in structurele aanpassingen van het gedrag. Talloze gedragsaanpassingen zijn bewezen effectief: breng regelmaat aan in de tijden waarop je gaat slapen en waarop je opstaat; zoek overdag het natuurlijke daglicht op (dat helpt de regulatie van de biologische klok); vermijd in de uren voor het slapen gaan het kunstmatige licht van computer en tablet; zorg voor voldoende lichaamsbeweging overdag, maar sport niet intensief ’s avonds laat; vermijd koffie en alcohol in de avond.
Hoewel de Amerikaanse richtlijn niet in Nederland geldt, valt wel te hopen dat ook Nederlandse artsen het advies ter harte nemen. De Nederlandse slaaponderzoeker en hoogleraar neurofysiologie Eus van Someren beklaagde zich afgelopen februari in een opiniestuk in NRC Handelsblad nog over het feit dat de wetenschap al enige jaren laat zien dat cognitieve gedragstherapie op de lange termijn beter werkt dan slaappillen, maar dat veel artsen toch vrij gemakkelijk slaappillen blijven voorschrijven. En dat terwijl er tegenwoordig in slaapproblemen gespecialiseerde psychologen zijn en er ook allerlei cognitieve gedragstherapieën in online cursussen worden aangeboden.
Ook betoogde Van Someren dat de in opleiding van artsen en psychologen maar weinig aandacht wordt gegeven aan slapeloosheid, terwijl het probleem van chronische slapeloosheid juist vaak voorkomt. Daardoor vallen patiënten met chronische slapeloosheid vaak tussen wal en schip.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend van woensdag 4 mei te beluisteren:
Chronische slapeloosheid wordt gedefinieerd als slapeloosheid die minimaal drie dagen per week optreedt en langer dan drie maanden aanhoudt. Mensen die lijden aan chronische slapeloosheid hebben ook overdag last van de gevolgen: ze voelen zich moe, slaperig, prikkelbaar, kunnen zich minder goed concentreren, hebben last van hun geheugen en presteren in het algemeen slechter. De oorzaak is niet lichamelijk, maar geestelijk. Mensen zijn te lang in hun hoofd met werk bezig, piekeren te veel en gaan zich zorgen maken om het slechte slapen. Vaak ontstaat daardoor een vicieuze cirkel: juist door het te bewust bezig zijn met slaap, lukt het nog slechter om in slaap te vallen.
Naar schatting lijdt tussen de zes en de tien procent van de volwassenen aan slapeloosheid. 750.000 Nederlanders slikken dagelijks slaappillen. En juist dat is iets dat het Amerikaanse College van Artsen niet aanbeveelt. Het college verzamelde wetenschappelijke studies die tussen 2004 en 2015 zijn gedaan en concludeert dat er voldoende wetenschappelijk bewijs is om de voorkeur te geven aan behandeling met cognitieve gedragstherapie in plaats van met slaappillen. Cognitieve gedragstherapie heeft op lange termijn positieve effecten, terwijl slaappillen alleen een paardenmiddel op de korte termijn zijn.
De nadelen van slaappillen zijn dat de slaap niet dezelfde kwaliteit heeft als normale slaap, dat het brein snel aan slaappillen gaat wennen en dat ze bij-effecten opleveren zoals hoofdpijn overdag. Hoewel slaappillen officieel zijn goedgekeurd, beveelt de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) ze alleen aan voor gebruik korter dan vier tot vijf weken.
Cognitieve gedragstherapie is een combinatie van denk- en doe-oefeningen. Omdat chronische slapeloosheid niet een lichamelijke maar een geestelijke oorzaak heeft, is het idee om het gedrag en het denken van de patiënt te veranderen. Denkoefeningen kunnen bestaan uit ontspanningsoefeningen en mindfulness- of andere meditatietechnieken. Die leren de geest om de eigen gedachten en gevoelens meer van een afstand te bekijken en zo los te laten. Mensen met chronische slapeloosheid moeten weer leren om het vertrouwen terug te winnen dat het lichaam zelf wel weet wanneer en hoe het in slaap moet vallen als het moe genoeg is.
De doe-oefeningen zitten in structurele aanpassingen van het gedrag. Talloze gedragsaanpassingen zijn bewezen effectief: breng regelmaat aan in de tijden waarop je gaat slapen en waarop je opstaat; zoek overdag het natuurlijke daglicht op (dat helpt de regulatie van de biologische klok); vermijd in de uren voor het slapen gaan het kunstmatige licht van computer en tablet; zorg voor voldoende lichaamsbeweging overdag, maar sport niet intensief ’s avonds laat; vermijd koffie en alcohol in de avond.
Hoewel de Amerikaanse richtlijn niet in Nederland geldt, valt wel te hopen dat ook Nederlandse artsen het advies ter harte nemen. De Nederlandse slaaponderzoeker en hoogleraar neurofysiologie Eus van Someren beklaagde zich afgelopen februari in een opiniestuk in NRC Handelsblad nog over het feit dat de wetenschap al enige jaren laat zien dat cognitieve gedragstherapie op de lange termijn beter werkt dan slaappillen, maar dat veel artsen toch vrij gemakkelijk slaappillen blijven voorschrijven. En dat terwijl er tegenwoordig in slaapproblemen gespecialiseerde psychologen zijn en er ook allerlei cognitieve gedragstherapieën in online cursussen worden aangeboden.
Ook betoogde Van Someren dat de in opleiding van artsen en psychologen maar weinig aandacht wordt gegeven aan slapeloosheid, terwijl het probleem van chronische slapeloosheid juist vaak voorkomt. Daardoor vallen patiënten met chronische slapeloosheid vaak tussen wal en schip.
Amir Qaseem et al. Management of Chronic Insomnia Disorder in Adults: A Clinical Practice Guideline From the American College of Physicians, Annals of Internal Medicine, 3 mei 2016
Sunday, May 1, 2016
En toen ging de computer zelf leren
Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad van 30 april 2016.
In maart versloeg computer AlphaGo de beste menselijke go-speler van de afgelopen tien jaar met
In maart versloeg computer AlphaGo de beste menselijke go-speler van de afgelopen tien jaar met
4-1. Waar de go-wereld stomverbaasd was, was de wereld van de kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, kortweg A.I.) dat veel minder. “Als AI-wetenschappers snappen wij dat zelflerende computers in korte tijd veel vooruitgang kunnen boeken”, zegt hoogleraar machine learning Max Welling van de Universiteit van Amsterdam. “AlphaGo heeft razendsnel geleerd van partijen tussen menselijke top-spelers, maar vooral ook van het eindeloos spelen tegen zichzelf.”
Computers die zelf leren van informatie die wij ze geven, zijn hot. Google, Facebook, Apple, Amazon, Netflix, Yahoo, IBM…allemaal gebruiken ze zelflerende computeralgoritmen. “Zelflerende algoritmen zitten in zoveel producten die gewone mensen dagelijks gebruiken, dat het in ons eigen belang is om te weten hoe ze werken”, zegt de Amerikaanse hoogleraar informatica Pedro Domingos van de Universiteit van Washington. Met dat doel voor ogen publiceerde Domingos eind vorig jaar het populair-wetenschappelijke boek The Master Algorithm - How the quest for the ultimate machine learning will remake our world.
“Het is net als met auto rijden”, vertelt hij aan de telefoon. “Je hoeft niet te weten hoe de motor precies werkt, maar je moet wel weten waar het stuur en de pedalen zitten en hoe je ze moet gebruiken. Maar helaas, als het om lerende algoritmen gaat, weten mensen niet eens waar het stuur en de pedalen zitten. Hoeveel mensen weten dat de Google Chrome-browser een incognito modus heeft waarmee je op het web kunt zoeken zonder dat je zoekgedrag wordt gevolgd?”
Genoeg reden om zowel Domingos als Welling zes vragen over zelflerende computers voor te leggen.
Hebben zelflerende computers voor een revolutie in de kunstmatige intelligentie gezorgd of is het eerder evolutie?
Computers die zelf leren van informatie die wij ze geven, zijn hot. Google, Facebook, Apple, Amazon, Netflix, Yahoo, IBM…allemaal gebruiken ze zelflerende computeralgoritmen. “Zelflerende algoritmen zitten in zoveel producten die gewone mensen dagelijks gebruiken, dat het in ons eigen belang is om te weten hoe ze werken”, zegt de Amerikaanse hoogleraar informatica Pedro Domingos van de Universiteit van Washington. Met dat doel voor ogen publiceerde Domingos eind vorig jaar het populair-wetenschappelijke boek The Master Algorithm - How the quest for the ultimate machine learning will remake our world.
“Het is net als met auto rijden”, vertelt hij aan de telefoon. “Je hoeft niet te weten hoe de motor precies werkt, maar je moet wel weten waar het stuur en de pedalen zitten en hoe je ze moet gebruiken. Maar helaas, als het om lerende algoritmen gaat, weten mensen niet eens waar het stuur en de pedalen zitten. Hoeveel mensen weten dat de Google Chrome-browser een incognito modus heeft waarmee je op het web kunt zoeken zonder dat je zoekgedrag wordt gevolgd?”
Genoeg reden om zowel Domingos als Welling zes vragen over zelflerende computers voor te leggen.
Hebben zelflerende computers voor een revolutie in de kunstmatige intelligentie gezorgd of is het eerder evolutie?
“Revolutie”, antwoordt Domingos resoluut. “Dankzij de grote hoeveelheden beschikbare data, de grote computerkracht en betere algoritmen is de laatste jaren veel vooruitgang geboekt. Lerende algoritmen automatiseren de automatisering. Dat is revolutionair. Daarnaast zien bedrijven de grote economische waarde. Zij vragen om de beste onderzoekers en dat stimuleert het vakgebied. Volgens Bill Gates heeft een grote doorbraak in machine learning de waarde van tien Microsofts.”
Welling beaamt dat de ontwikkelingen in een stroomversnelling zitten, maar aarzelt bij het woord ‘revolutie’. “Voor de buitenwereld zien de ontwikkelingen er sneller uit dan wanneer je als onderzoeker in het veld zit. Het idee van neurale netwerken gaat al terug tot 1943. In de decennia daarna zijn ze door opeenvolgende fasen van hoop en teleurstelling gegaan. In de vorm van Deep Learning maken ze nu een succesvolle comeback, onder andere door de go-spelende computer. Deep Learning is nu de hype. Maar straks is het laag hangende fruit geplukt en dan gaat de vooruitgang wellicht een stuk minder snel. Het grote verschil met vroeger is echter dat zelflerende algoritmen nu ook door de industrie worden omarmd. Daardoor zullen ze niet meer verdwijnen zoals eerder wel is gebeurd. Bedrijven zullen er in blijven investeren.”
Wat kunnen zelflerende computers al?
Welling beaamt dat de ontwikkelingen in een stroomversnelling zitten, maar aarzelt bij het woord ‘revolutie’. “Voor de buitenwereld zien de ontwikkelingen er sneller uit dan wanneer je als onderzoeker in het veld zit. Het idee van neurale netwerken gaat al terug tot 1943. In de decennia daarna zijn ze door opeenvolgende fasen van hoop en teleurstelling gegaan. In de vorm van Deep Learning maken ze nu een succesvolle comeback, onder andere door de go-spelende computer. Deep Learning is nu de hype. Maar straks is het laag hangende fruit geplukt en dan gaat de vooruitgang wellicht een stuk minder snel. Het grote verschil met vroeger is echter dat zelflerende algoritmen nu ook door de industrie worden omarmd. Daardoor zullen ze niet meer verdwijnen zoals eerder wel is gebeurd. Bedrijven zullen er in blijven investeren.”
Wat kunnen zelflerende computers al?
“Zelflerende algoritmen zijn goed in het classificeren van dingen”, zegt Welling. “Ze worden nu succesvol toegepast in het herkennen van spraak, het herkennen en segmenteren van foto’s en in het omgaan met natuurlijke taal. Denk aan automatisch vertalen en vraag-antwoord-systemen.”
Domingos voegt daar nog drie voorbeelden aan toe: het aanbevelen van producten, zoals Amazon en Netflix doen, maar ook het stellen van medische diagnoses en het voorspellen van beurskoersen. “In het algemeen zijn zelflerende algoritmen goed voor problemen die mensen niet met exact geformuleerde regels kunnen oplossen”, zegt Domingos. “We kunnen heel moeilijk in regels vatten hoe we auto rijden, maar we kunnen computers wel leren om auto te rijden door te kijken hoe mensen dat doen. Medische diagnoses worden gesteld door hooggekwalificeerde artsen, maar zelflerende algoritmen kunnen dat op veel terreinen nu al sneller en beter. Dat de medische wereld ze nog niet massaal gebruikt, komt vooral door terughoudendheid van artsen.”
AlphaGo gebruikte Deep Learning om de beste menselijke speler te verslaan. Is Deep Learning dé oplossing voor zelflerende computers?
Domingos voegt daar nog drie voorbeelden aan toe: het aanbevelen van producten, zoals Amazon en Netflix doen, maar ook het stellen van medische diagnoses en het voorspellen van beurskoersen. “In het algemeen zijn zelflerende algoritmen goed voor problemen die mensen niet met exact geformuleerde regels kunnen oplossen”, zegt Domingos. “We kunnen heel moeilijk in regels vatten hoe we auto rijden, maar we kunnen computers wel leren om auto te rijden door te kijken hoe mensen dat doen. Medische diagnoses worden gesteld door hooggekwalificeerde artsen, maar zelflerende algoritmen kunnen dat op veel terreinen nu al sneller en beter. Dat de medische wereld ze nog niet massaal gebruikt, komt vooral door terughoudendheid van artsen.”
AlphaGo gebruikte Deep Learning om de beste menselijke speler te verslaan. Is Deep Learning dé oplossing voor zelflerende computers?
“Nee”, zegt Domingos. “Deep Learning heeft fundamentele beperkingen. Het kan niet redeneren met symbolen. Het heeft geen gezond verstand. Het kan geen kennis combineren op een manier die nooit eerder is gedaan. Deep Learning is goed voor waarnemingsproblemen op een basaal niveau, maar niet voor hogere niveaus van intelligentie. Behalve Deep Learning zijn er nog andere manieren om computers te laten leren. Deep Learning boekt momenteel de snelste vooruitgang en de meest indrukwekkende resultaten. Maar als we op de geschiedenis afgaan, dan kan over tien jaar net zo goed een ander leeralgoritme aan de winnende hand lijken. Ik ben ervan overtuigd dat er een Grand Unified Theorie van de diverse lerende algoritmen bestaat, een Master Algorithm.”
Ook Welling ziet in Deep Learning niet de ultieme oplossing. “AlphaGo versloeg dan wel de beste menselijke speler, maar de computer heeft Deep Learning heel specifiek voor go toegepast. Ik geloof ook niet zozeer in één enkel algoritmen dat alle problemen efficiënt oplost. Deep Learning werkt goed bij de analyse van beeld en spraak, maar voor het begrijpen van enorme hoeveelheden tekst zijn symbolische representaties weer erg nuttig. Bijvoorbeeld IBM Watson gebruikt deze technologie.”
Wat kunnen zelflerende computers nu nog niet, maar wel over tien jaar?
Ook Welling ziet in Deep Learning niet de ultieme oplossing. “AlphaGo versloeg dan wel de beste menselijke speler, maar de computer heeft Deep Learning heel specifiek voor go toegepast. Ik geloof ook niet zozeer in één enkel algoritmen dat alle problemen efficiënt oplost. Deep Learning werkt goed bij de analyse van beeld en spraak, maar voor het begrijpen van enorme hoeveelheden tekst zijn symbolische representaties weer erg nuttig. Bijvoorbeeld IBM Watson gebruikt deze technologie.”
Wat kunnen zelflerende computers nu nog niet, maar wel over tien jaar?
“Ik verwacht dat zelflerende computers ons gaan helpen bij het razendsnel zoeken en analyseren van jurisprudentie en medische literatuur”, zegt Welling. “Straks kan ik aan een computer vragen: ‘Dit is mijn juridische zaak. Zoek daar de juiste jurisprudentie bij’. Een zelflerende computer kan straks op basis van alle beschikbare medische literatuur ook sneller dan een menselijke arts de diagnose van een zeldzame ziekte stellen.”
Daarnaast verwacht Welling steeds betere vraag-antwoordsystemen die bijvoorbeeld een gesprek met een consument kunnen aangaan wanneer een bepaald product het niet blijkt te doen. “Zulke systemen zullen vakkennis combineren met het begrijpen van de vragen die de consument ze stelt.”
“Ik verwacht ook dat de zelfrijdende auto steeds meer een zelflerende auto wordt. Nu al kan een zelfrijdende auto bijvoorbeeld herkennen wanneer hij wel of niet kan inhalen, maar straks zal een zelfrijdende auto ook de intenties van andere weggebruikers herkennen. Wil die voetganger oversteken of niet? Heeft die fietser mij wel of niet gezien? Dat soort inschattingen.”
“In de financiële dienstensector zullen computers steeds vaker zelf beslissingen gaan nemen: Wat is de kans dat jij een bepaalde lening gaat terugbetalen? Op basis daarvan beslist het systeem welke lening jij kunt krijgen.”
Pedro Domingos ziet een toekomst voor zich waarin iedereen zijn eigen zelflerende digitale assistent heeft: “Zoiets als Google Now, maar dan veel slimmer. Zo’n virtuele assistent leert van alle data die jij genereert en helpt je bij het zoeken naar alles wat je maar wilt: films, boeken, huizen, vakanties, dates, banen, opleidingen…Alle grote bedrijven zoals Google, Amazon en Facebook werken hier aan. Ik zou graag zo’n 360-graden-model van mijzelf willen hebben, maar ik wil tegelijkertijd ook dat ik daar zelf controle over heb.”
Wat is de heilige graal van zelflerende computers?
Daarnaast verwacht Welling steeds betere vraag-antwoordsystemen die bijvoorbeeld een gesprek met een consument kunnen aangaan wanneer een bepaald product het niet blijkt te doen. “Zulke systemen zullen vakkennis combineren met het begrijpen van de vragen die de consument ze stelt.”
“Ik verwacht ook dat de zelfrijdende auto steeds meer een zelflerende auto wordt. Nu al kan een zelfrijdende auto bijvoorbeeld herkennen wanneer hij wel of niet kan inhalen, maar straks zal een zelfrijdende auto ook de intenties van andere weggebruikers herkennen. Wil die voetganger oversteken of niet? Heeft die fietser mij wel of niet gezien? Dat soort inschattingen.”
“In de financiële dienstensector zullen computers steeds vaker zelf beslissingen gaan nemen: Wat is de kans dat jij een bepaalde lening gaat terugbetalen? Op basis daarvan beslist het systeem welke lening jij kunt krijgen.”
Pedro Domingos ziet een toekomst voor zich waarin iedereen zijn eigen zelflerende digitale assistent heeft: “Zoiets als Google Now, maar dan veel slimmer. Zo’n virtuele assistent leert van alle data die jij genereert en helpt je bij het zoeken naar alles wat je maar wilt: films, boeken, huizen, vakanties, dates, banen, opleidingen…Alle grote bedrijven zoals Google, Amazon en Facebook werken hier aan. Ik zou graag zo’n 360-graden-model van mijzelf willen hebben, maar ik wil tegelijkertijd ook dat ik daar zelf controle over heb.”
Wat is de heilige graal van zelflerende computers?
“Wat computers echt nog niet kunnen”, zegt Welling, “is het zelf formuleren van vragen en hypothesen over de wereld en dan de acties plannen die nodig zijn om deze informatie te vergaren. Met andere woorden: het autonoom de wereld leren ontdekken en deze op een diep semantisch niveau begrijpen.”
Een andere heilige graal is voor Welling het leren van alle medische gegevens. “De gezondheidszorg zou een sprong voorwaarts maken wanneer zelflerende algoritmen alle gezondheidsdata ter wereld zouden kunnen gebruiken. Om de privacy van mensen te beschermen, kunnen we daar nu niet bij. Maar dat houdt de vooruitgang tegen. Daarom denk ik dat de volgende revolutie gaat komen van algoritmen die geen informatie over het individu prijsgeven maar toch alle data kunnen gebruiken.”
Pedro Domingos noemt de thuisrobot en het genezen van kanker als heilige gralen. “Een robot voor in huis moet alle vaardigheden hebben die een mens ook heeft. Dat is een heel diep leerprobleem dat we nog lang niet hebben opgelost.”
“Voor het genezen van kanker hebben we een gedetailleerd model nodig van de werking van het lichaam. Kanker is niet één ziekte, omdat elke tumor anders is. Uiteindelijk zullen computers in staat zijn om op basis van alle data over tumoren, cellen en genen te leren welk geneesmiddel welke patiënt kan genezen. De spannendste ontwikkeling vind ik lerende algoritmen die zelf nieuwe wetenschappelijke kennis ontdekken, zoals in de biologie al aan het gebeuren is.”
Wat zijn de gevaren van computers die beter kunnen leren dan mensen?
Een andere heilige graal is voor Welling het leren van alle medische gegevens. “De gezondheidszorg zou een sprong voorwaarts maken wanneer zelflerende algoritmen alle gezondheidsdata ter wereld zouden kunnen gebruiken. Om de privacy van mensen te beschermen, kunnen we daar nu niet bij. Maar dat houdt de vooruitgang tegen. Daarom denk ik dat de volgende revolutie gaat komen van algoritmen die geen informatie over het individu prijsgeven maar toch alle data kunnen gebruiken.”
Pedro Domingos noemt de thuisrobot en het genezen van kanker als heilige gralen. “Een robot voor in huis moet alle vaardigheden hebben die een mens ook heeft. Dat is een heel diep leerprobleem dat we nog lang niet hebben opgelost.”
“Voor het genezen van kanker hebben we een gedetailleerd model nodig van de werking van het lichaam. Kanker is niet één ziekte, omdat elke tumor anders is. Uiteindelijk zullen computers in staat zijn om op basis van alle data over tumoren, cellen en genen te leren welk geneesmiddel welke patiënt kan genezen. De spannendste ontwikkeling vind ik lerende algoritmen die zelf nieuwe wetenschappelijke kennis ontdekken, zoals in de biologie al aan het gebeuren is.”
Wat zijn de gevaren van computers die beter kunnen leren dan mensen?
“Google zegt dat ze de derde helft van ons brein willen worden”, zegt Domingos, “maar ik wil niet dat die derde helft me alleen maar advertenties laat zien. Als één bedrijf zoveel data van je bezit, wordt het ook heel moeilijk om over te stappen naar een ander bedrijf. Want wat gebeurt er dan met je data? In het huidige model ben je die kwijt. We hebben behoefte aan een nieuw soort bedrijven aan wie we onze data kunnen toevertrouwen, zoals we geld aan een bank toevertrouwen. Zo’n bedrijf bouwt een virtueel model van jou op basis van je data, maar je kunt het wel zelf corrigeren en beslissen wat er wel en niet met de data mag gebeuren. In de komende vijf tot tien jaar hebben we de kans om het huidige model te veranderen. Consumenten moeten op veranderingen aandringen, bedrijven moeten transparanter worden wat ze met onze data doen en wetenschappers en ingenieurs moeten technologie ontwikkelen die consumenten meer controle over hun data geven.”
Welling denkt dat we het privacy-probleem wel gaan oplossen maar maakt zich de grootste zorgen over de werkgelegenheid. “Banen komen op de tocht te staan, zelfs die van hoogopgeleide mensen als advocaten en artsen. De maatschappij zal snel veranderen. Daar moet het onderwijs en de arbeidsmarkt op inspelen. We moeten leren om met de nieuwe mogelijkheden ons eigen werk te creëren, maar dat zal niet iedereen lukken. Daarom ben ik ook een voorstander van een basisinkomen. Dat geeft ze de ruimte om nieuwe initiatieven te ontplooien.”
De kans dat een Master Algorithm de wereld overneemt, noemt Domingos overigens “nul”. “Computers hebben geen eigen wil. Ze zijn de producten van ingenieurs en wetenschappers, niet van de evolutie. Iedereen is zo bang dat computers heel slim worden en de wereld overnemen, terwijl de realiteit is dat computers heel dom zijn en de wereld hebben overgenomen. Het zou beter zijn wanneer ze slimmer zouden zijn. Zelfs een extreem krachtige computer is nog steeds een verlengstuk van onze wil. Het is niet mens versus machine, het is ‘mens met machine’ versus ‘mens zonder machine’. De toekomst is aan degenen die het beste van hun eigen expertise combineren met wat computeralgoritmen het beste kunnen.”
--------------------------------------------------------
Hoe leren computers?
Welling denkt dat we het privacy-probleem wel gaan oplossen maar maakt zich de grootste zorgen over de werkgelegenheid. “Banen komen op de tocht te staan, zelfs die van hoogopgeleide mensen als advocaten en artsen. De maatschappij zal snel veranderen. Daar moet het onderwijs en de arbeidsmarkt op inspelen. We moeten leren om met de nieuwe mogelijkheden ons eigen werk te creëren, maar dat zal niet iedereen lukken. Daarom ben ik ook een voorstander van een basisinkomen. Dat geeft ze de ruimte om nieuwe initiatieven te ontplooien.”
De kans dat een Master Algorithm de wereld overneemt, noemt Domingos overigens “nul”. “Computers hebben geen eigen wil. Ze zijn de producten van ingenieurs en wetenschappers, niet van de evolutie. Iedereen is zo bang dat computers heel slim worden en de wereld overnemen, terwijl de realiteit is dat computers heel dom zijn en de wereld hebben overgenomen. Het zou beter zijn wanneer ze slimmer zouden zijn. Zelfs een extreem krachtige computer is nog steeds een verlengstuk van onze wil. Het is niet mens versus machine, het is ‘mens met machine’ versus ‘mens zonder machine’. De toekomst is aan degenen die het beste van hun eigen expertise combineren met wat computeralgoritmen het beste kunnen.”
--------------------------------------------------------
Hoe leren computers?
Grofweg gezegd kunnen computers op vijf verschillende manieren zelf leren van data die wij ze geven, zo beschrijft Pedro Domingos in zijn boek The Master Algorithm. Elke manier heeft zijn eigen voor- en nadelen. Welke aanpak in de praktijk het beste werkt, hangt van het type leerprobleem af.
Redeneren op basis van symbolen
Redeneren op basis van symbolen
Symbolisten geloven dat leren gebeurt door het manipuleren van symbolen, op dezelfde manier als wiskundigen en logici met symbolen redeneren.
Brein nabootsen
Connectionisten geloven dat leren gebeurt zoals onze hersenen dat doen: het trainen van een netwerk van neuronen waarbij verbindingen tussen neuronen sterker of zwakker worden. De grote computerkracht van tegenwoordig maakt neurale netwerken met tientallen tot wel duizend lagen mogelijk, zogeheten diepe neurale netwerken. Deze blijken veel succesvoller dan neurale netwerken met slechts enkele lagen. Deep Learning is daarom op het moment de belangrijkste troef van deze stroming.
Evolutie nabootsen
Brein nabootsen
Connectionisten geloven dat leren gebeurt zoals onze hersenen dat doen: het trainen van een netwerk van neuronen waarbij verbindingen tussen neuronen sterker of zwakker worden. De grote computerkracht van tegenwoordig maakt neurale netwerken met tientallen tot wel duizend lagen mogelijk, zogeheten diepe neurale netwerken. Deze blijken veel succesvoller dan neurale netwerken met slechts enkele lagen. Deep Learning is daarom op het moment de belangrijkste troef van deze stroming.
Evolutie nabootsen
Evolutionisten geloven dat natuurlijke selectie aan de basis ligt van leren. Genetische algoritmen laten computerprogramma’s evolueren net zoals natuurlijke selectie organismen laat evolueren.
Bayesiaans redeneren
Bayesiaans redeneren
Bayesianen geloven dat alle kennis een bepaalde mate van onzekerheid heeft en dat leren een vorm is van redeneren met onzekerheid. Het theorema van Bayes drukt wiskundig uit hoeveel sterker of zwakker nieuwe gegevens een redenering maken.
Redeneren op basis van analogieën
Redeneren op basis van analogieën
Volgens aanhangers van deze stroming leren we op basis van het herkennen van overeenkomsten tussen verschillende situaties: als twee patiënten dezelfde symptomen hebben, hebben ze waarschijnlijk ook dezelfde ziekte.
Tussen deze vijf stromingen vindt ook kruisbestuiving plaats. Zo kan bijvoorbeeld Deep Learning met Bayesiaans redeneren worden gecombineerd. Pedro Domingos denkt dat er een Master Algorithm bestaat dat alle vijf de verschillende aanpakken in zich verenigt, een soort Theorie van Alles op het terrein van zelflerende computers. Het doel van zo’n Master Algorithm is om uit de beschikbare informatie alles te leren wat er maar te leren valt.
Tussen deze vijf stromingen vindt ook kruisbestuiving plaats. Zo kan bijvoorbeeld Deep Learning met Bayesiaans redeneren worden gecombineerd. Pedro Domingos denkt dat er een Master Algorithm bestaat dat alle vijf de verschillende aanpakken in zich verenigt, een soort Theorie van Alles op het terrein van zelflerende computers. Het doel van zo’n Master Algorithm is om uit de beschikbare informatie alles te leren wat er maar te leren valt.
Tuesday, April 26, 2016
Hoe leer je kinderen denken als een computer - en moet dat wel?
Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad van maandag 25 april 2016
In het boek gaat het meisje Ruby op zoek naar vijf edelstenen die haar vader voor haar heeft verborgen. Al zoekende leert ze op een speelse manier de principes die een computer gebruikt om problemen op te lossen: problemen abstraheren en helder formuleren, grote problemen opknippen in kleinere problemen, patronen ontdekken en stap-voor-stap plannen maken voor een oplossing. ‘Computational thinking’ heet dit, ofwel denken als een computer. Naast verhalenverteller voor kinderen is Liukas ook oprichter van Rails Girls, een wereldwijd platform dat de basis van programmeren aan meisjes onderwijst.
Liukas wil ‘computational thinking’ verplicht stellen in het primair onderwijs, want, zo zegt ze: “Onze wereld draait in toenemende mate op software. Ik wil kinderen voorbereiden op een toekomst waarin alles een computer wordt.” Niet dat iedereen moet leren programmeren, maar iedereen zou wel de basisprincipes moeten kennen van hoe computers problemen kunnen oplossen.
“Ook als een kind later journalist of verpleger wordt, is het nuttig om te weten hoe computers je kunnen helpen om problemen op te lossen”, zegt Liukas. “Ik wil kinderen graag leren dat de wereld lang niet af is, dat technologie een prachtige manier is om de wereld een beetje beter te maken en ook dat ze zelf een onderdeel van die verandering kunnen zijn.”
Programmeren heeft een intellectuele kant en een creatieve kant, vindt de Finse. Volgens haar ontbreekt in het onderwijs vooral aandacht voor die creatieve kant. Wanneer zij met kinderen werkt, besteedt ze daar juist veel aandacht aan. “Leren over computers en programmeren zou meer in een praktische context moeten plaatsvinden. Komende zomer organiseren we in Finland een zomerschool rond het thema recycling. Wat is recycling? Hoe kunnen computers ons erbij helpen? Wat moet een computer weten om afval te sorteren? Welke type van sorterende algoritme bestaan er? Al deze vragen gaan kinderen spelenderwijs buiten exploreren. We zullen laten zien dat er verschillende strategieën bestaan om data te sorteren en we laten een bedrijf meedoen dat afvalcontainers uitrust met computerchips.”
In Finland leren alle kinderen vanaf zeven jaar over ‘computational thinking’. Het wordt niet als een apart vak gegeven, maar verdeeld over al bestaande vakken. Op de Finse middelbare school moeten alle kinderen minstens twee programmeertalen leren. Engeland heeft programmeren als apart vak in het primaire onderwijs ingevoerd. In Nederland is er momenteel geen verplichting en ligt het aan de scholen en leraren zelf.
Leraar Hester IJsseling van basisschool De Kleine Reus in Amsterdam kan zich in die vrijheid wel in vinden: “Ik vind niet dat computational thinking verplicht zou moeten worden, maar het is goed en leuk om er aandacht aan te besteden. Er zijn allerlei laagdrempelige tools die leraren in de klas kunnen gebruiken, zoals Scratch en Codekinderen. Vind je het lastig? Eerst zelf doen, heel simpel. Als je maar weinig computers hebt, dan doe je het in een circuit, naast andere activiteiten. Het is een manier van denken die je anders naar de dingen leert kijken. Het is goed om niet alleen zoals een juf, methodeschrijver of toetsontwikkelaar te leren denken, maar bijvoorbeeld ook als computer en als filosoof. Je ontwikkelt daardoor een onafhankelijke geest.”
Dat alles in de toekomst een computer zou worden, vindt IJsseling overdreven: “Misschien veel, maar niet alles. De beste dingen in het leven zijn geen computers. Wel is het goed dat kinderen, ouders en leraren leren begrijpen hoe een computer, een website of een app werkt. Computers en tablets reduceren je heel gemakkelijk tot willoze, onwetende consument, tot speelbal van allerhande manipulaties van online colporteurs. Het is goed je bewust te leren verhouden tot computers. Dat kun je op een vrolijke manier leren door te knutselen met code en zelf dingen te maken met algoritmen. Apps op tablets vind ik daarvoor vaak minder geschikt dan programmeren, ondanks al hun schijn van interactiviteit.”
Remco Pijpers is specialist digitale vaardigheden van Kennisnet, de publieke organisatie voor onderwijs en ict. Kennisnet helpt scholen onder andere met advies over ICT-vaardigheden. Daarnaast initieerde hij codekinderen.nl. Pijpers deelt het enthousiasme van Liukas over het onderwijzen van ‘computational thinking’ aan kinderen, maar vindt haar focus te beperkt. “Computational thinking is maar een van de digitale vaardigheden. Er zijn meer belangrijke aspecten aan digitale geletterdheid. Denk aan basiskennis van ICT, zeg maar knoppenkunde. Denk aan mediawijsheid, een verstandige en kritische omgang met digitale media. En denk aan informatievaardigheden, het goed kunnen zoeken op internet en het beoordelen van de betrouwbaarheid van wat je vindt. Samen zijn dit de vier vaardigheden die we in Nederland beschouwen als digitale geletterdheid.”
Naar aanleiding van het begin dit jaar verschenen adviesrapport ‘Ons Onderwijs 2032’ verschijnt eind 2016 of begin 2017 een vervolgrapport dat onder meer moet definiëren hoe Nederlandse scholen digitale vaardigheden moeten gaan onderwijzen. Pijpers: “We hebben in Nederland de neiging te kijken naar Engeland, waarin programmeren als apart vak van bovenaf is ingevoerd. We kunnen echter veel leren van het Australische model, waarin digitale vaardigheden vakoverstijgend worden onderwezen. Niet iedereen hoeft te kunnen programmeren.”
Liukas erkent dat het onderwijzen van digitale vaardigheden een genuanceerde discussie oplevert. “Twee jaar geleden vond ik nog dat het onderwijs computational thinking en programmeren meteen overal zou moeten invoeren. Nu besef ik meer dat het onderwijs deel uitmaakt van een bredere cultuur die je niet van de ene op de andere dag verandert. In een land als Finland hebben docenten veel meer vrijheid dan in een land als Engeland. Ik vind nog steeds dat computational thinking vanaf een jaar of zeven verplicht zou moeten worden, maar we moeten docenten wel mee laten beslissen over hoe we dat het beste kunnen doen. En dat kan van land tot land verschillen. De meeste reacties op mijn boek kwamen trouwens van docenten die vroegen om nog meer educatieve middelen om kinderen wegwijs te maken in de wereld van de computer.”
Inmiddels werkt Liukas aan een tweede boek, dat kinderen op een speelse manier uitlegt hoe de computer als fysiek apparaat van binnen werkt.
Informatie over het boek ‘Hello Ruby’:
Linda Liukas. Hello Ruby - Een avontuurlijk sprookje over programmeren. Uitgeverij Nieuwezijds, 112 pag, gebonden, € 17,95
Thursday, April 21, 2016
Zelfstandige killerrobot is dichterbij dan we denken
EenVandaag interviewde me over de ontwikkeling van autonome wapens, ofwel killerrobots in de volksmond.
Wat mij betreft is het belangrijkste probleem met killerrobots dat ze de context van een conflict en van wat ze waarnemen niet begrijpen. Dat is de reden dat volgens mij de mens in de lus van de beslissingen over leven en dood moet blijven. Daarnaast kunnen zulke wapens de drempel om geweld te gebruiken verlagen en kunnen ze tot een nieuwe wapenwedloop leiden, nu eentje waarin kunstmatige intelligentie een centrale rol speelt.
De ontwikkeling van automatische beeldherkenning, automatische tekstanalyse, automatische geluidsherkenning moeten we omarmen, omdat die ons veel te bieden heeft. Kunstmatige intelligentie kan het verkeer veiliger maken, de gezondheidszorg beter, en een stad duurzamer. Maar tegelijkertijd kun je volledig autonome wapens in de ban doen, zoals we met chemische en biologische wapens hebben gedaan.
Dat is ook de reden dat ik vorig jaar de petitie van het Future of Life-instituut heb ondertekend dat oproept tot een verbod op "offensieve autonome wapens waarover mensen geen betekenisvolle controle meer hebben."
Labels:
Informatica,
Robots,
TV
Tuesday, April 19, 2016
Slim
Deze column heb ik geschreven in het relatiemagazine 360-graden van HEVO van april 2016: een themanummer over slim vastgoed. Het magazine kunt u via bovenstaande link downloaded.
Toen vertelde Cerf over zijn wijnkelder: “de belangrijkste kamer in mijn huis”. Ook daar meten sensoren elke vijf minuten de temperatuur. Als het warmer wordt dan 15,5 graden, ontvangt hij een waarschuwing op zijn smartphone.
Op een dag moest hij voor drie dagen naar Chicago. Toen hij daar aan kwam, ontving hij een waarschuwing: de wijnkelder liep gevaar. Maar er was niemand thuis. Zijn vrouw was drie weken weg. Cerf kon niet een-twee-drie terugkeren. Drie dagen lang waarschuwde zijn smartphone elke vijf minuten.
“Weer wat geleerd”, concludeerde Cerf. Hij zou de temperatuur van zijn wijnkelder via het internet op afstand instelbaar maken.
Cerf is een voorloper als het gaat om het slim maken van het eigen huis: Uw thermostaat die van uw gedrag leert hoe hij zich op welk moment van de dag het beste kan instellen. Uw woonkamer die leert om de sfeer met verlichting, muziek en op de wanden geprojecteerde foto’s of films aan te passen aan uw behoeften. Slimme wanden die van vorm veranderen en meer geluid absorberen wanneer u naar harde muziek wilt luisteren zonder de buren te storen. Onze huizen krijgen steeds meer robotische trekjes.
Ooit was ‘slim’ een eigenschap die we reserveerden voor mensen en dieren, voor biologische wezens met een stel hersenen. Toen vond de mens de computer uit, die in de beginjaren nog ‘elektronisch brein’ werd genoemd. Dat apparaat werd steeds slimmer. Het versloeg de beste menselijke schaker, het leerde razendsnel onze zoekopdrachten te beantwoorden en onze teksten automatisch te vertalen. Het begon steeds meer dingen te kunnen waarvan we dachten dat alleen het menselijk brein ze kon. Steve Jobs noemde de computer ‘een fiets voor de geest’.
Desondanks was de computer decennialang slecht in het zelf leren van nieuwe dingen. Precies dat is nu aan het veranderen. Zelflerende computers ontketenen een revolutie. De zelflerende computer, die automatisch leert van al onze medische gegevens, gaat diagnoses en behandelingen verbeteren. De zelfrijdende auto − een zelflerende computer op vier wielen − gaat het aantal ongelukken terugdringen. De zelflerende computer gaat huizen en steden slimmer en duurzamer maken.
De zelflerende computer kan u superslim maken. Maar dat gaat niet vanzelf. Dan moet u wel willen leren hoe u uw eigen slimheid zo goed mogelijk combineert met die van uw zelflerende computer: een levenslange tango tussen uw biologische en uw elektronische brein.
Labels:
Columns,
Informatica
Wednesday, April 13, 2016
De gelukkige 13: ernstig genetisch defect, maar toch gezond
Dertien mensen uit een groep van zeshonderdduizend blijken een ernstig genetisch defect te hebben, maar toch niet ziek te zijn. Rara, hoe kan dat en wat kunnen wetenschappers van hen leren? Een internationale groep onderzoekers schrijft er deze week over in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Biotechnology.
En op de website van De Kennis van Nu kun je mijn artikel over hetzelfde onderwerp lezen.
Beluister of bekijk mijn bijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend door te klikken op onderstaande afbeelding:
En op de website van De Kennis van Nu kun je mijn artikel over hetzelfde onderwerp lezen.
Wednesday, April 6, 2016
Komt de volgende Einstein uit Afrika?
In de afgelopen twee eeuwen hebben Europa en Amerika de wetenschap gedomineerd. Maar beide continenten zijn aan het vergrijzen. Over dertig jaar woont veertig procent van alle jongeren in de wereld in Afrika. De wetenschap in Afrika zit de laatste jaren in de lift en dus is de volgende Einstein misschien wel een Afrikaanse man of vrouw.
African Institute for Mathematical Sciences: https://www.aims.ac.za
Next Einstein Forum: http://nef.org
De BBC heeft uitgebreid verslag gedaan van het Next Einstein Forum: http://www.bbc.com/news/uk-politics-35942463
Op de website van De Kennis van Nu kunt u mijn artikel over hetzelfde onderwerp lezen.
Afgelopen maart vond in Dakar (Senegal) het eerste Next Einstein Forum plaats. Dit forum stimuleert Afrikaans wetenschappelijk onderzoek en kiest elke twee jaar vijftien Afrikaanse toptalenten als Next Einstein Fellows.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn radiobijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend te beluisteren:
African Institute for Mathematical Sciences: https://www.aims.ac.za
Next Einstein Forum: http://nef.org
De BBC heeft uitgebreid verslag gedaan van het Next Einstein Forum: http://www.bbc.com/news/uk-politics-35942463
Op de website van De Kennis van Nu kunt u mijn artikel over hetzelfde onderwerp lezen.
Labels:
De Kennis van Nu,
Radio
Friday, April 1, 2016
Machines die denken - Zij aan zij
Jaarlijks stelt John Brockman, oprichter van het vermaarde discussieplatform Edge.org, één vraag aan een selectie van de meest interessante wetenschappers, auteurs en kunstenaars ter wereld. De antwoorden worden gebundeld en in boekvorm uitgegeven. In 2015 luidde die vraag: "Hoe denk je over machines die denken?"
Ik kan niet wachten tot de eerste robot verliefd wordt op mij en ik op haar. Ik wil weten hoe dat voelt. Maar dan moet ze wel zo geprogrammeerd zijn dat ze niet klaagt over de afwas of over kleren die in de slaapkamer rondslingeren. En ze moet vooral ook precies weten wanneer ze haar mond moet houden omdat ik niet te veel gezeur aan m’n kop wil. Sorry lieve robot.
Bij nader inzien weet ik eigenlijk helemaal niet of ik zo’n robot wel wil. Er zijn genoeg mensen om verliefd op te worden. En juist het feit dat de ander haar eigen wil heeft − hoe bloedirritant soms ook − geeft het leven kleur. En ja, mijn leven is een mensenleven, geen robotleven. Ik wil vooral een robot die mijn eigen beperkte menselijke capaciteiten aanvult en uitbreidt. Eentje die met me meedenkt en met me meewerkt. Eentje die me helpt bij het sjouwen van een zware kast, eentje die mijn autoritten veiliger en aangenamer maakt, eentje die mijn huisarts ondersteunt bij het stellen van de juiste medische diagnose en het voorstellen van de beste behandeling, eentje die me adviseert bij het plannen van mijn dagelijks leven op een manier die past bij mijn persoonlijkheid.
Ik wil een robot als maatje en als collega, niet om mensen te vervangen, maar om nieuwe mogelijkheden te creëren. En omdat wij mensen robots ontwerpen, bouwen en programmeren, is het aan ons om ze niet te laten doen wat wij niet willen. We kunnen een leeuw niet programmeren om geen mens aan te vallen en op te peuzelen; biologische evolutie heeft anders besloten. Bij een robot kunnen we dat wel. Sterker nog, we hebben de morele verplichting om de robot zo te programmeren dat hij mensen geen letsel toebrengt.
Sinds de uitvinding van de eerste computers en robots eind jaren veertig van de twintigste eeuw duiken de verhalen over denkende machines die de wereld overnemen met grote regelmaat op in de massamedia. Niet omdat ze realistisch zijn, maar omdat ze inspelen op angst, omdat ze spanning toveren op Hollywoods witte doek. Soms is de denkende machine een computer (zeg maar alleen brein), soms is de denkende machine een robot (zeg maar een brein plus een lichaam).
Het realistische verhaal is dat onze denkende machines − in hoeverre ze al kunnen denken is een filosofische kwestie die ik hier achterwege laat − de wereld helemaal niet overnemen, maar de mens effectiever laten functioneren. Dankzij slimme software zoals zoekalgoritmes kan ik als wetenschapsjournalist veel sneller dan twintig jaar geleden wetenschapsnieuws oppikken, duiden en verspreiden. En wat voor mij geldt, geldt voor velen op hun eigen terrein. Dankzij denkende machines kunnen we meer doen in minder tijd en op een slimmere manier. Hopelijk leidt dat tot betere uitkomsten voor onszelf, voor de maatschappij en voor de wereld, maar dat ligt vooral aan ons. Vooralsnog heeft de denkende machine geen enkel bewustzijn van wat hij wel of niet doet.
Het realistische verhaal is dat van ‘mens en machine − zij aan zij’. Hollywood mag dit scenario dan niet zo spannend vinden, voor de vooruitgang in de wetenschap en de techniek, en voor de vooruitgang van de mensheid, is het des te relevanter. In een wereld die steeds gecompliceerder wordt, hebben we denkende machines hard nodig. Straks willen we niet meer zonder. De autonome auto zal veel verkeersdoden voorkomen. De supercomputer die in een oogwenk alle medische literatuur doorploegt, zal zorgen dat artsen betere diagnoses stellen en betere behandelingen voorschrijven. De vertaalcomputer versoepelt de communicatie tussen mensen die verschillende talen spreken (het fundamentele onbegrip tussen mensen, zelfs wanneer ze dezelfde taal spreken, zal geen enkele denkende machine gaan oplossen).
De echte sprong voorwaarts in denkende machines moet trouwens nog komen. De vooruitgang die kunstmatige intelligentie in de afgelopen decennia heeft geboekt, hebben we voor een groot deel te danken aan betere hardware: snellere computerchips, meer dataopslag en verregaande miniaturisering. De grootste doorbraak in denkende machines gaat komen wanneer we begrijpen hoe het menselijk brein denkt en wanneer we dat begrip weten te vertalen in lerende computersoftware. De lerende software van nu staat pas in de kinderschoenen.
De denkende machine van de nabije toekomst wordt een soort idiot savant van silicium. En omdat de siliciumwereld van de computer en de robot aan de ene kant, en de koolstofwereld van ons mensen aan de andere kant, niet compatibel zijn, zijn de denkende machine en de denkende mens twee verschillende soorten. De mens draagt de rommelige evolutionaire geschiedenis van de bacterie, de vis en de aap in zich. De denkende machine heeft daar geen last van. Zolang de denkende machine niet op dezelfde manier kan deelnemen aan het leven zoals wij mensen dat leiden, zal hij anders denken dan de mens. Maar daar is niets mis mee. Ik zie zo’n denkende machine als een machine die de mens meer mens maakt.
In de verre toekomst zal het onderscheid tussen denkende machines en denkende mensen trouwens steeds meer vervagen. Nieuwe materialen zullen van de harde robots van nu zachte robots maken, met materiaaleigenschappen die steeds meer lijken op die van een mens van vlees en bloed. Nieuwe implantaten zullen kunstmatige intelligentie steeds meer meer op en in het lichaam brengen.
Dankzij machines die denken is de mens niet langer zo alleen in het universum. En waar de mens, een biologische zak vol sterrenstof als hij is, ongeschikt is om zijn vleugels uit te slaan naar het voor het overgrote deel voor levende wezens zo vijandige universum, daar kunnen denkende machines onze gezanten zijn, onze lifters in het heelal.
Zal de mens ooit verliefd worden op zijn ruimterobots?
Steven Pinker, Nicholas Carr, Daniel Dennett, Brian Eno, Matt Ridley, Luc Steels en 183 anderen geven antwoord.
Stephen Hawking luidde de noodklok: we moeten ons voorbereiden op de komst van computers die slimmer zijn dan wij, anders betekent het ons einde.
Brian Eno stelt dat we al veel meer onderdeel zijn van een kunstmatige intelligentie dan we denken.
Kevin Kelly ziet het creëren van kunstmatige intelligentie juist als het ultieme doel van de mensheid.
Uitgeverij MAVEN publiceert in april 2016 de Nederlandse vertaling van dit boek, met daaraan toegevoegd enkele essays van Nederlandse bodem. Zelf schreef ik onderstaande bijdrage, getiteld: "Zij aan zij".
Zij aan zij
Bij nader inzien weet ik eigenlijk helemaal niet of ik zo’n robot wel wil. Er zijn genoeg mensen om verliefd op te worden. En juist het feit dat de ander haar eigen wil heeft − hoe bloedirritant soms ook − geeft het leven kleur. En ja, mijn leven is een mensenleven, geen robotleven. Ik wil vooral een robot die mijn eigen beperkte menselijke capaciteiten aanvult en uitbreidt. Eentje die met me meedenkt en met me meewerkt. Eentje die me helpt bij het sjouwen van een zware kast, eentje die mijn autoritten veiliger en aangenamer maakt, eentje die mijn huisarts ondersteunt bij het stellen van de juiste medische diagnose en het voorstellen van de beste behandeling, eentje die me adviseert bij het plannen van mijn dagelijks leven op een manier die past bij mijn persoonlijkheid.
Ik wil een robot als maatje en als collega, niet om mensen te vervangen, maar om nieuwe mogelijkheden te creëren. En omdat wij mensen robots ontwerpen, bouwen en programmeren, is het aan ons om ze niet te laten doen wat wij niet willen. We kunnen een leeuw niet programmeren om geen mens aan te vallen en op te peuzelen; biologische evolutie heeft anders besloten. Bij een robot kunnen we dat wel. Sterker nog, we hebben de morele verplichting om de robot zo te programmeren dat hij mensen geen letsel toebrengt.
Sinds de uitvinding van de eerste computers en robots eind jaren veertig van de twintigste eeuw duiken de verhalen over denkende machines die de wereld overnemen met grote regelmaat op in de massamedia. Niet omdat ze realistisch zijn, maar omdat ze inspelen op angst, omdat ze spanning toveren op Hollywoods witte doek. Soms is de denkende machine een computer (zeg maar alleen brein), soms is de denkende machine een robot (zeg maar een brein plus een lichaam).
Het realistische verhaal is dat onze denkende machines − in hoeverre ze al kunnen denken is een filosofische kwestie die ik hier achterwege laat − de wereld helemaal niet overnemen, maar de mens effectiever laten functioneren. Dankzij slimme software zoals zoekalgoritmes kan ik als wetenschapsjournalist veel sneller dan twintig jaar geleden wetenschapsnieuws oppikken, duiden en verspreiden. En wat voor mij geldt, geldt voor velen op hun eigen terrein. Dankzij denkende machines kunnen we meer doen in minder tijd en op een slimmere manier. Hopelijk leidt dat tot betere uitkomsten voor onszelf, voor de maatschappij en voor de wereld, maar dat ligt vooral aan ons. Vooralsnog heeft de denkende machine geen enkel bewustzijn van wat hij wel of niet doet.
Het realistische verhaal is dat van ‘mens en machine − zij aan zij’. Hollywood mag dit scenario dan niet zo spannend vinden, voor de vooruitgang in de wetenschap en de techniek, en voor de vooruitgang van de mensheid, is het des te relevanter. In een wereld die steeds gecompliceerder wordt, hebben we denkende machines hard nodig. Straks willen we niet meer zonder. De autonome auto zal veel verkeersdoden voorkomen. De supercomputer die in een oogwenk alle medische literatuur doorploegt, zal zorgen dat artsen betere diagnoses stellen en betere behandelingen voorschrijven. De vertaalcomputer versoepelt de communicatie tussen mensen die verschillende talen spreken (het fundamentele onbegrip tussen mensen, zelfs wanneer ze dezelfde taal spreken, zal geen enkele denkende machine gaan oplossen).
De echte sprong voorwaarts in denkende machines moet trouwens nog komen. De vooruitgang die kunstmatige intelligentie in de afgelopen decennia heeft geboekt, hebben we voor een groot deel te danken aan betere hardware: snellere computerchips, meer dataopslag en verregaande miniaturisering. De grootste doorbraak in denkende machines gaat komen wanneer we begrijpen hoe het menselijk brein denkt en wanneer we dat begrip weten te vertalen in lerende computersoftware. De lerende software van nu staat pas in de kinderschoenen.
De denkende machine van de nabije toekomst wordt een soort idiot savant van silicium. En omdat de siliciumwereld van de computer en de robot aan de ene kant, en de koolstofwereld van ons mensen aan de andere kant, niet compatibel zijn, zijn de denkende machine en de denkende mens twee verschillende soorten. De mens draagt de rommelige evolutionaire geschiedenis van de bacterie, de vis en de aap in zich. De denkende machine heeft daar geen last van. Zolang de denkende machine niet op dezelfde manier kan deelnemen aan het leven zoals wij mensen dat leiden, zal hij anders denken dan de mens. Maar daar is niets mis mee. Ik zie zo’n denkende machine als een machine die de mens meer mens maakt.
In de verre toekomst zal het onderscheid tussen denkende machines en denkende mensen trouwens steeds meer vervagen. Nieuwe materialen zullen van de harde robots van nu zachte robots maken, met materiaaleigenschappen die steeds meer lijken op die van een mens van vlees en bloed. Nieuwe implantaten zullen kunstmatige intelligentie steeds meer meer op en in het lichaam brengen.
Dankzij machines die denken is de mens niet langer zo alleen in het universum. En waar de mens, een biologische zak vol sterrenstof als hij is, ongeschikt is om zijn vleugels uit te slaan naar het voor het overgrote deel voor levende wezens zo vijandige universum, daar kunnen denkende machines onze gezanten zijn, onze lifters in het heelal.
Zal de mens ooit verliefd worden op zijn ruimterobots?
Wednesday, March 30, 2016
Stroomstootjes in plaats van pillen
Kleine, draadloze en intelligente implantaten die werken als elektronisch medicijn, dat is de droom van Wouter Serdijn. Serdijn hield deze week aan de TU Delft zijn intreerede als hoogleraar bio-electronica. Hij noemt zulke implantaten ‘electroceuticals’, als tegenhanger van de ‘farmaceuticals’, ofwel pilletjes. Het idee is eenvoudig: waar pilletjes de biochemische activiteit van lichaamscellen veranderen, veranderen electroceuticals de elektrische activiteit.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn radiobijdrage aan het Radio 1-programma De Ochtend te beluisteren:
Wednesday, March 23, 2016
Verkoolde Romeinse papyrusrollen misschien toch leesbaar
Ontdekking van lood in Romeinse inkt biedt hoop voor beroemde papyrusrollen van Herculaneum.
Een internationale groep wetenschappers heeft lood in Romeinse inkt ontdekt. Verrassend, want tot nu toe werd gedacht dat lood pas in de 4e eeuw n.Chr. voor het eerst aan inkt werd toegevoegd als pigment. Ze deden hun ontdekking op twee stukjes van de wereldberoemde papyrusrollen van Herculaneum, een dorpje dat in het jaar 79 door de uitbarsting van de Vesuvius overspoeld werd door lava en as. Dankzij de ontdekking van lood in Romeinse inkt hopen papyrologen dat zelfs de zwaarst beschadigde rollen toch leesbaar worden. De onderzoekers publiceerden hun resultaten deze week in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).
En hier wordt beknopt het scannen van de papyrusrollen uitgelegd:
Een internationale groep wetenschappers heeft lood in Romeinse inkt ontdekt. Verrassend, want tot nu toe werd gedacht dat lood pas in de 4e eeuw n.Chr. voor het eerst aan inkt werd toegevoegd als pigment. Ze deden hun ontdekking op twee stukjes van de wereldberoemde papyrusrollen van Herculaneum, een dorpje dat in het jaar 79 door de uitbarsting van de Vesuvius overspoeld werd door lava en as. Dankzij de ontdekking van lood in Romeinse inkt hopen papyrologen dat zelfs de zwaarst beschadigde rollen toch leesbaar worden. De onderzoekers publiceerden hun resultaten deze week in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).
Klik op onderstaande afbeelding om mijn radiobijdrage aan De Ochtend op radio 1:
Lees hier het artikel dat ik voor de website van De Kennis van Nu schreef.
Deze documentaire doet verslag van de spectaculaire papyrusrollen van Herculaneum:
Deze documentaire doet verslag van de spectaculaire papyrusrollen van Herculaneum:
En hier wordt beknopt het scannen van de papyrusrollen uitgelegd:
Wednesday, March 9, 2016
Overwinning van AlphaGo is overwinning van menselijk brein op zichzelf
Computerprogramma AlphaGo heeft de historische go-match tegen Lee Sedol met 4-1 gewonnen. De Zuid-Koreaan Sedol is de beste Go-speler van de afgelopen tien jaar. De match begon op woensdag 9 maart begon in Seoul (Zuid-Korea).
AlphaGo heeft zetten gedaan die menselijke go-spelers tot nu toe nooit zouden spelen, maar die toch voordelige zijn gebleken. Creatieve zetten dus. Net zoals bij schaken is gebeurd, zal de computer ook het go-spel verrijken met nieuwe inzichten en nieuwe trainingsmethodes.
Aan het geniale go-brein van Lee Sedol heeft de wereld buiten de go-spelers niet zoveel, aan het supersnel lerende elektronische brein van computer AlphaGo wel. We moeten dus blij zijn met de winst van AlphaGo in zijn match tegen de beste speler van de afgelopen tien jaar.
AlphaGo heeft zetten gedaan die menselijke go-spelers tot nu toe nooit zouden spelen, maar die toch voordelige zijn gebleken. Creatieve zetten dus. Net zoals bij schaken is gebeurd, zal de computer ook het go-spel verrijken met nieuwe inzichten en nieuwe trainingsmethodes.
Aan het geniale go-brein van Lee Sedol heeft de wereld buiten de go-spelers niet zoveel, aan het supersnel lerende elektronische brein van computer AlphaGo wel. We moeten dus blij zijn met de winst van AlphaGo in zijn match tegen de beste speler van de afgelopen tien jaar.
Lees hier mijn terugblik op de match die ik voor NRC Handelsblad schreef: "Go is beroofd van hemels imago" (gepubliceerd dinsdag 15 maart).
Beluister hier mijn radiobijdrage aan Met het Oog op Morgen van zondag 13 maart over de match:
Woensdagochtend vroeg was ik aanwezig in het Europese Go Centrum in Amstelveen, waar de eerste partij live werd gevolgd en van commentaar werd voorzien. AlphaGo won de eerste van vijf partijen, tot ontzetting van de go-wereld.
Na de eerste partij, waarin SeDol dus verloor, dacht de Zuid-Koreaan dat de kansen in de match 50-50 waren.
Op donderdag 10 maart won AlphaGo ook de tweede partij. Na zijn tweede verliespartij reageerde SeDol: "Ik hoop dat ik één partij kan winnen...Ik heb geen enkele zwakheid in AlphaGo kunnen ontdekken." AlphaGo heeft zetten gedaan die menselijke go-spelers nooit zouden spelen, maar die toch hele goede zetten zijn gebleken. Net zoals bij schaken is gebeurd, zal de computer ook het go-spel verrijken.
Op zaterdag 12 maart won AlphaGo de derde partij en daarmee de gehele match. De resterende twee partijen worden trouwens wel nog gespeeld. AlphaGo heeft laten zien dat de computer een jaar of vijf eerder dan verwacht beter is geworden dan de beste menselijke go-spelers. Het menselijk brein is zo inventief geweest om een computer te bedenken en te bouwen, en vervolgens deze computer te laten leren op een manier die lijkt op die van zijn eigen brein. Daarmee is de overwinning van AlphaGo een overwinning van het menselijk brein op zichzelf.
De vijfde partij was de langste van de hele match en leverde een spannend eindspel. AlphaGo maakte in het begin een grote fout, maar herstelde zich knap. Uiteindelijk gaf Lee Sedol op, waardoor AlphaGo de match met 4-1 won. Google DeepMind, bouwer van AlphaGo, geeft het gewonnen prijzengeld van 1 miljoen dollar aan goede doelen.
Beluister hier mijn radiobijdrage aan Met het Oog op Morgen van zondag 13 maart over de match:
Woensdagochtend vroeg was ik aanwezig in het Europese Go Centrum in Amstelveen, waar de eerste partij live werd gevolgd en van commentaar werd voorzien. AlphaGo won de eerste van vijf partijen, tot ontzetting van de go-wereld.
Klik op onderstaande afbeelding om mijn bijdrage over deze eerste partij aan De Ochtend op Radio 1 te luisteren of te bekijken:
Bekijk ook deze aflevering van De Kennis van Nu-tv. De eerste vijf minuten zijn een reportage over de eerste partij tussen Sedol en AlphaGo vanuit het Europese Go Centrum, met een korte bijdrage van mij. Ook te bekijken via Uitzending Gemist. Klik daarvoor op onderstaande afbeelding:
Voor De Kennis van Nu-website schreef ik dit artikel naar aanleiding van de eerste partij.
Voor het begin van de match dacht Lee SeDol dat hij met 5-0 of 4-1 zou gaan winnen. De meeste go-toppers dachten hetzelfde. Allemaal gebaseerd op de match van begin oktober 2015, toen AlphaGo met 5-0 won van Europees kampioen Fan Hui. De kenners analyseerden de partijen en waren unaniem: "AlphaGo moet nog veel leren." Maar juist in dat leren is AlphaGo heel goed geworden. In enkele maanden tijd heeft de computer zijn niveau flink opgekrikt.
Op donderdag 10 maart won AlphaGo ook de tweede partij. Na zijn tweede verliespartij reageerde SeDol: "Ik hoop dat ik één partij kan winnen...Ik heb geen enkele zwakheid in AlphaGo kunnen ontdekken." AlphaGo heeft zetten gedaan die menselijke go-spelers nooit zouden spelen, maar die toch hele goede zetten zijn gebleken. Net zoals bij schaken is gebeurd, zal de computer ook het go-spel verrijken.
Op zaterdag 12 maart won AlphaGo de derde partij en daarmee de gehele match. De resterende twee partijen worden trouwens wel nog gespeeld. AlphaGo heeft laten zien dat de computer een jaar of vijf eerder dan verwacht beter is geworden dan de beste menselijke go-spelers. Het menselijk brein is zo inventief geweest om een computer te bedenken en te bouwen, en vervolgens deze computer te laten leren op een manier die lijkt op die van zijn eigen brein. Daarmee is de overwinning van AlphaGo een overwinning van het menselijk brein op zichzelf.
In de vierde partij versloeg Lee SeDol eindelijk zijn kunstmatig intelligente plaaggeest. Hier is het commentaar van de Zuid-Koreaan en de reactie van Demis Hassabis van Google DeepMind:
De vijfde partij was de langste van de hele match en leverde een spannend eindspel. AlphaGo maakte in het begin een grote fout, maar herstelde zich knap. Uiteindelijk gaf Lee Sedol op, waardoor AlphaGo de match met 4-1 won. Google DeepMind, bouwer van AlphaGo, geeft het gewonnen prijzengeld van 1 miljoen dollar aan goede doelen.
Subscribe to:
Posts (Atom)