Antal van den Bosch onderzoekt taal met de computer en probeert de computer taal te leren. Hij is ook kritisch over de beweging WOinactie: “Ze wijzen voor alles wat mis is naar bestuurders en het systeem, en zetten wetenschap te veel op een sokkel. Ze zien wetenschap als iets heiligs en daarmee valorisatie, het benutten van de kennis, als iets vies.”
Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad van maandag 5 oktober 2020
We lopen door de gang van het Meertens Instituut in Amsterdam. Tegen de muur staat het kolossale houten bureau van de eerste directeur en naamgever: Piet Meertens. Op een van de bureauplanken staat een cassette met de zevendelige romancyclus Het Bureau, waarin schrijver J.J. Voskuil de dagelijkse besognes op het instituut vereeuwigde.
Onderzoek naar variaties en veranderingen in de Nederlandse taal en cultuur, daar draait het hier allemaal om. Voskuil werkte er van 1957 tot 1987. Hij maakte de intrede van de computer op het instituut nog net mee, maar was een uitgesproken tegenstander van het gebruik van de machine voor wetenschappelijke doeleinden. Zulke tegenstand is weggeëbd. De huidige directeur Antal van den Bosch, aangesteld in 2017, heeft als een van zijn missies dat hij het instituut meer vruchten wil laten plukken van de oprukkende kunstmatige intelligentie (AI).
Begin september werd Van den Bosch tevens aangesteld als bijzonder hoogleraar Taal en Kunstmatige Intelligentie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn missie daar: onderzoek doen naar hoe AI het taalonderzoek vooruit kan helpen, maar ook andersom: hoe taalonderzoek AI-toepassingen zoals chatbots, tekstgeneratoren en automatische vertaalmachines kan verbeteren.
Op zijn eigen kamer, schuin tegenover het houten bureau, vertelt van den Bosch dat steeds meer onderzoekers van het Meertens Instituut de computer gebruiken bij het beantwoorden van geesteswetenschappelijke vragen.
Van den Bosch: “Laat ik een voorbeeld geven. Het Meertens Instituut en Tilburg University voeren momenteel samen met de online nieuwssite nu.nl een project uit. Lezers kunnen op nujij.nl online reageren op nieuwsberichten. Dat levert allerlei soorten discussies op. In het project ontwikkelen we digitale instrumenten waarmee moderatoren discussies beter kunnen duiden. Om wat voor soort discussie gaat het, zijn er voors en tegens te onderscheiden? Welke reacties zijn wel of niet constructief? Onze antropologen gebruiken hierbij hun kennis van hoe debatten kunnen escaleren en hoe mensen taal inzetten om uit te drukken bij welke groep ze horen.”