Toen Edsger Dijkstra in 1957 in Amsterdam trouwde, gaf hij als antwoord op de vraag naar zijn beroep: programmeur. De gemeente accepteerde dat niet, want dat beroep bestond toen helemaal niet. Dus werd het theoretisch fysicus, het vak dat Dijkstra in Leiden had gestudeerd voordat hij het gloednieuwe pad van de informatica insloeg. „Tot zover de traagheid waarmee ik het beroep van programmeur in mijn eigen land zag opkomen”, schreef hij daarover later, op de ironische toon die hem zo kenmerkt.
Twee jaar eerder had Dijkstra’s promotor Adriaan van Wijngaarden hem overtuigd van het feit dat computers een blijvertje in de wereld zouden zijn. En waarom zou hij dan niet degene zijn die van programmeren een respectabele discipline kon maken? Die missie voerde hij met hart en ziel uit tot aan zijn overlijden in 2002, twintig jaar geleden. Dit jaar is het ook precies vijftig jaar geleden dat hij de A.M. Turing Award won, de Nobelprijs voor de informatica, als enige Nederlander ooit.