Monday, March 4, 2013

Het internet zit straks overal, ook ín ons

Precies dertig jaar geleden werd het Internet uitgerold naar het publieke domein. Google’s internetevangelist Vint Cerf, een van de vaders van het Internet, speculeert over de komende dertig jaar van het Internet.

Dit artikel is verschenen in NRC Handelsblad van zaterdag 2 maart 2013

Stel dat het Internet een land zou zijn, dan zou het op de vijfde plaats staan van ’s wereld grootse economieën. Natuurlijk had Vint Cerf begin jaren zeventig niet voorzien dat het Internet de wereld zó ingrijpend zou veranderen, maar dat het Internet de wereld zou veranderen, stond voor hem wel vast. Vint Cerf (69) is een van de vaders van het Internet. Hij stond samen met Bob Kahn in 1973 aan de wieg van de technologie die computers met elkaar laat communiceren (zie kader).

Dit jaar is het precies dertig jaar geleden dat het Internet, dat in 1969 begon als een project van de Amerikaanse Defensie, werd uitgerold voor de rest van de wereld. Van een net met vier computers in 1969 tot een net met vijfhonderd computers op 1 januari 1983. En anno 2013? Naar schatting zo’n negen miljard computers en mobieltjes zijn al met het Internet verbonden. Cerf: “Het meest trots ben ik op het feit dat we vanaf het begin een eenvoudige, robuuste structuur hebben gebouwd die volledig decentraal werkt. Juist de vrije en open structuur van het Internet heeft er voor gezorgd dat het Internet zo’n economische en sociale motor is geworden.”



Ik leg Cerf een plaatje voor van het Internet anno 2012: een verzameling van spinnenwebachtige structuren, een wirwar van lijnen die netwerken van computers met elkaar verbinden. Cerf herkent het meteen: “Kijk eens hoe organisch het er uit ziet. Het lijkt wel een netwerk van hersencellen. Maar pas op, het is een fout om het Internet als een brein te zien. Ik zeg niet dat het Internet op een dag wakker wordt en opeens een bewustzijn heeft. Dat is nog steeds science fiction. Maar het plaatje toont wel de kracht van netwerken die zonder enige centrale sturing tot stand zijn gekomen.”

Hij vertelt een anekdote: “In 2003 was ik bij de World Summit on the Information Society, een intergouvernementele top over de informatiemaatschappij. Het Internet was toen al alomtegenwoordig. Toch wilden veel afgevaardigden maar niet geloven dat het Internet geen centrale controle heeft. Ze bleven maar vragen: ‘Wie heeft de controle over het Internet?’ Nou, niemand. Dat is de kracht.”

Rekenkracht op ons en in ons 
Tegenwoordig is Cerf in dienst van Google als ‘Chief Internet Evangelist’, speciaal belast met het nadenken over de toekomst van het Internet. Hoe ziet hij de komende dertig jaar?

“De eerste trend die zich sterk zal doorzetten, is mobiliteit”, zegt Cerf. “Mobiele apparaten hoeven zelf niet krachtig te kunnen rekenen. Ze gebruiken gewoon de enorme rekenkracht van het Internet. Neem een mobiele telefoon-app als Fitbit. Die kan nu al bijhouden hoeveel je dagelijks beweegt. Rekenkracht hebben we straks op ons en in ons. Dat verandert fundamenteel de manier waarop we het Internet gaan zien.”

Een ander voorbeeld van het straks alomtegenwoordige Internet: Google ontwikkelt momenteel de Google Goggles, een bril voorzien van een camera, een microfoon, een speaker en een display dat de brildrager over de zichtbare wereld heen krijgt geprojecteerd. Stel je nou het volgende scenario voor, vertelt Cerf. “Een blinde en een dove dragen allebei zo’n bril. De blinde spreekt tegen de dove. De dove hoort natuurlijk niets, maar zijn bril registreert de spraak, vertaalt deze razendsnel op het Internet naar geschreven tekst, en stuurt de tekst naar de bril. De dove kan dan lezen wat de blinde hem vertelt. De dove op zijn beurt drukt zich in gebarentaal uit tegen de blinde. Maar de blinde ziet de gebarentaal natuurlijk niet. De Google-bril kan straks de gebarentaal zien, op het Internet de betekenis ontcijferen en als spraak naar de speaker van de bril sturen. Zo hoort de blinde wat de dove met zijn gebaren vertelt. Dit kan nu absoluut nog niet. Het is een gek idee. Maar ook weer niet zó gek. Ik denk dat dit binnen dertig jaar mogelijk is.”

Technologie die de communicatie verbetert, ligt Cerf persoonlijk aan het hart. Zelf is hij hardhorend en draagt hij twee gehoorapparaten. Zijn vrouw draagt zelfs in beide oren een cochleair implantaat, dat de werking van het binnenoor nabootst en direct aan het zenuwstelsel is gekoppeld. Dat brengt Cerf bij de tweede toekomstvisie van het Internet: een net dat elektronica direct met het zenuwstelsel en met de hersenen verbindt. “Het kunstmatige netvlies komt er aan, en de mogelijkheden om het brein van een verlamde persoon een robotarm of zelfs een exoskelet te laten aansturen via een breinchip staan in de startblokken. Een nog grotere uitdaging wordt om de computer signalen te laten genereren die het brein interpreteert als geheugen of gedachten. Ik denk niet dat dat binnen dertig jaar gebeurt, daarvoor zullen we eerst veel meer van het brein moeten begrijpen, maar je weet het maar nooit. Er zijn wel gekkere dingen gebeurd.”

Niet alleen gaan we de rekenkracht van het Internet in de toekomst overal en altijd bij ons dragen, ook de dingen − de auto, de koelkast, de thermostaat − sluiten we straks massaal aan op het Internet. “Een verloren sok die je straks dankzij het Internet der Dingen gemakkelijk terugvindt, dat zou nog eens een bijdrage aan de mensheid zijn”, grapt Cerf. In zijn eigen huis laat hij temperatuursensoren elke vijf minuten de temperatuur in elke kamer van zijn huis meten. Zo kan hij aan het eind van het jaar de energiehuishouding evalueren en verbeteringen voor isolatie of airconditioning voorstellen. “Een van de belangrijkste kamers voor mij is de wijnkelder. Ook daar meten sensoren elke vijf minuten de temperatuur. Als het warmer wordt dan 15,5 graden dan ontvang ik een waarschuwing op mijn mobiele telefoon. Op een dag moest ik voor drie dagen naar Chicago. Toen ik daar aan kwam, ontving ik een waarschuwing dat de temperatuur in de wijnkelder boven de 15,5 graden was gekomen. Mijn vrouw was drie weken weg. Zij kon niets doen. Ik kon niets doen. Drie dagen lang kreeg ik toen elke vijf minuten een waarschuwing. Dat wil je natuurlijk niet. Maar goed, met op afstand regelbare techniek valt daar wel weer een mouw aan te passen.”

Het Internet van de toekomst brengt computers dichter bij de manier waarop mensen de wereld waarnemen. Dat betekent dat het Internet over grote hoeveelheden audio, video en tekst gaat beschikken en daar betekenis aan kan geven om ons leven te verbeteren. Cerf: “De computer ziet jouw agenda, weet hoe laat het is, weet hoe de verkeerssituatie is en vertelt je bijvoorbeeld dat je beter wat eerder in je auto kunt stappen omdat het verkeer drukker is dan verwacht. Straks zijn computers uitgerust met sensoren die meer waarnemen die wij mensen kunnen, zoals infrarood- of röntgenstraling. Misschien moeten we computers als Aliens zien. Wat mij betreft gaat het er om dat we ze programmeren om onze partners te zijn. Het vormgeven van een symbiotisch netwerk van mensen, computers en dingen heeft de informatica nu in net zo’n revolutionaire fase gebracht als de natuurkunde in de eerste helft van de vorige eeuw.” 


Interplanetair Internet 
Als internetevangelist benadrukt Cerf dat, hoewel eenderde van de wereldbevolking nu toegang heeft tot het Internet, tweederde van de wereld dat nog niet heeft. Ook dat deel moet in de komende decennia toegang krijgen, maar dat gaat gebeuren. “De ruggengraat van het Internet die wij begin jaren zeventig ontwikkelden is zo robuust dat ook de overige tweederde van de wereld verbonden kan worden. Verder zullen ontwikkelingslanden een paar stappen die Amerika en Europa wel hebben moeten maken, overslaan, zoals internettoegang via vaste telefoonlijnen. In Afrika en India zien we al dat mensen meteen de stap naar mobiel Internet maken.”

Het Internet beperkt zich al lang niet meer tot de aarde. Ruimteschepen en satellieten maken er ook al deel van uit, dankzij het interplanetaire internet. Het interplanetaire internet een variant op het aardse Internet dat deels al wordt gebruikt en deels nog in ontwikkeling is. Cerf: “Een probleem van internetcommunicatie in de ruimte is dat de afstanden zo groot zijn en dat de planeten draaien. Wanneer datapakketjes heel lang onderweg zijn, zoals in de ruimte, is het aardse internetprotocol niet meer geschikt. Een Marslander die een datapakket naar aarde wil sturen, maar waarvoor de aarde tijdelijk uit zicht is, zou in het aardse protocol het datapakket weggooien. Daarom hebben we een interplanetair internetprotocol ontwikkeld dat datapakketjes net zo lang bij zich houdt totdat de ontvanger wel weer bereikbaar is. Of het datapakketje wordt naar een ruimteschip gestuurd dat op zijn beurt het pakketje wel meteen naar de aarde kan sturen. Huidige ruimteschepen gebruiken die techniek al, maar we zijn nog bezig om het interplanetaire protocol fijn te regelen en er een absolute interplanetaire standaard van te maken.”

Hoe afhankelijker we ons maken van het Internet, hoe groter de gevolgen als er een keer delen van het Internet uitvallen. Moeten we niet een plan B hebben? Cerf: “O ja, daar maak ik me zorgen over. Ik kan je verzekeren dat die kwestie niet alleen bij Google maar ook elders bovenaan de agenda staat. Hoe houden we het Internet zo robuust en open als mogelijk? We zullen betere technologieën moeten ontwikkelen om de privacy van gebruikers te waarborgen. En om te waarborgen dat alleen de juiste personen toegang hebben tot de juiste dingen op dat toekomstige Internet der Dingen. Verder moeten we er ook voor zorgen dat we over honderd jaar nog steeds toegang hebben tot de digitale informatie de we vandaag produceren. Dat is niet zo vanzelfsprekend als mensen denken.”

Tenslotte maakt Cerf zich grote zorgen over dictaturen die het Internet in eigen land willen controleren. “Dat is een strijd die we nog heel lang zullen moeten voeren. Autoritaire regimes misbruiken het argument dat er ook zoveel rotzooi, zoals als kinderporno, op het Internet circuleert, om informatie naar hun hand te zetten. Ik ben er van overtuigd dat het Internet open en vrij moet blijven. Elke manier om internetinformatie te filteren, zal altijd worden omzeild. Als ik één boodschap voor de wereld heb, dan is het: ‘Alsjeblieft, denk altijd kritisch na over wat je ziet, leest en hoort’. De beste tactiek is niet om wat voor informatie dan ook te onderdrukken, maar om kritisch denken te stimuleren.”

[kader:]
De ruggengraat van het Internet

Of je nu een e-mail verstuurt, rondsurft op het Internet, of een film downloadt, je wilt dat de digitale bestanden die je opvraagt zo goed mogelijk van de digitale snelweg op je computer aankomen. Het protocol dat daarvoor automatisch zorgt, heet het transmission control protocol (TCP/IP). Het zit ingebouwd in elke computer en elk tussenstation waarlangs het internetverkeer loopt. Het vormt als het ware de ruggengraat van Internet. Het protocol zorgt ervoor dat alle gegevens die worden verstuurd, worden opgeknipt in pakketjes. Elk pakketje krijgt een etiket waarop staat waar het vandaan komt en waar het naartoe moet. Vervolgens worden de pakketjes als in een estafette van het ene naar het andere tussenstation overgedragen tot ze uiteindelijk bij de ontvanger aankomen. Pakketjes van hetzelfde bestand kunnen ook via verschillende wegen uiteindelijk bij de ontvanger aankomen. Helaas kunnen er onderweg pakketjes kwijtraken of beschadigd raken. Dat gebeurt vooral op internetknooppunten waar het heel druk is. TCP/IP is ontworpen om te zorgen dat de gebruiker ondanks mogelijke problemen onderweg toch de juiste informatie ontvangt.

[kader:]
Vint Cerf

De Amerikaan Vint Cerf (1943) stond in 1973 samen met Bob Kahn aan de wieg van de technologie die computers met elkaar laat communiceren (het TCP/IP-protocol) en daarmee aan de wieg van het huidige Internet. Hij ontving hiervoor vele nationale en internationale prijzen, waaronder de U.S National Medal of Technology (1997), de Presidential Medal of Freedom (2005) en de Turing Award (2004), het equivalent van de Nobelprijs voor de informatica. Cerf ontwikkelde in 1989 het eerste commerciële e-mailsysteem, richtte samen met Bob Kahn in 1992 de Internet Society op, en was van 2000-2007 voorzitter van de non-profit Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN). Sinds 2005 is hij in dienst van Google, momenteel als CEO van Google Special Services en als ‘Chief Internet Evangelist’.

Update 18 maart 2013: Samen met Louis Pouzin, Robert Kahn, Tim Berners-Lee en Marc Andreesen is Vint Cerf de winnaar van de eerste Queen Elizabeth Prize for Engineering (1 miljoen Britse pond)


[Kader:]
Korte geschiedenis van het Internet 

1969 Eerste versie van het ARPANET, ontwikkeld door het United States Department of Defense, de militaire voorloper van het huidige Internet.

1971 Ray Tomlinson stuurt de eerste e-mail tussen twee computers van het ARPANET. Hij gebruikt als eerste het @-teken in een e-mail adres.

1973 Vint Cerf en Bob Kahn ontwikkelen het Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP) dat de hardware-ruggengraat vormt van het huidige Internet.

1983 Op 1 januari accepteert DARPA (Amerika’s Defense Advanced Research Projects Agency) het TCP/IP-protocol als het standaard uitwisselingsprotocol voor communicatie tussen computers. Daarmee wordt het huidige Internet geboren.

1990 Geboorte van het World Wide Web bij CERN in Genève (Zwitserland). Het Internet is de onderliggende hardware-infrastructuur voor het Web, net zoals snelwegen de onderliggende infrastructuur vormen voor allerhande verkeer.

1991 Info.cern.ch is de eerste website

1992 De website-registratie voor het Internet begint met de domeinnamen die eindigen op: .com, .net, .org, .gov and .edu.

1993 CERN stelt het World Wide Web open voor iedereen.

1994 Netscape Navigator, een browser voor het Internet.

1995 Yahoo, Amazon.com en eBay.

1996 Hotmail

1997 Amsterdam Internet Exchange. Amsterdam wordt de internethoofdstad van de wereld.

1998 Google

2000 De Dot.com-luchtbel spat uit elkaar.

2001 Wikipedia

2004 Facebook

2005 YouTube en Google Earth

2006 Twitter

2013 Het Internet bestaat dertig jaar. Meer dan 2,4 miljard mensen wereldwijd gebruiken het Internet.

Meer over de geschiedenis van het Internet:
www.internetsociety.org/internet/what-internet/history-internet/brief-history-internet
www.thebiginternetmuseum.com

Statistieken over Internetgebruik:
www.internetworldstats.com/stats.htm