Tuesday, December 16, 2014

'The Imitation Game' - Een spel op de rand van leven en dood


Op donderdag 8 januari gaat de speelfilm The Imitation Game in Nederland in première, over leven en werk van Alan Turing, pionier van het digitale tijdperk.

In dit filmpje van NPO Wetenschap vertel ik kort over The Imitation Game, gelardeerd met beelden uit de film:



The Imitation Game is een prachtfilm over een imitatiespel op de rand van leven en dood. Ik heb hem bij de perspremière al kunnen zien. Historisch en feitelijk is de film lang niet overal correct (het is geen documentaire maar een speelfilm), maar de grote lijn klopt met de historische werkelijkheid. Eindelijk is er een film die computerpionier en codekraker Alan Turing voor een breed publiek toegankelijk maakt.

Wat is feit en wat is fictie in de film?

Hier leest u mijn artikel voor NPO Wetenschap, en hieronder beluistert u de radio-uitzending van De Kennis van Nu, met filmrecensente Dana Linssen en met mijzelf, onder leiding van Karin van den Boogaert (uitzending van dinsdag 6 januari 2015):



En hier is mijn bijdrage aan het Radio-1-programma De Ochtend (6 januari) over The Imitation Game (klik op de afbeelding voor het beluisteren van het fragment):



Voor het VPRO Radio-1-programma 'Nooit meer slapen' interviewde Floortje Smit me over de film (klik op de afbeelding voor het beluisteren van het fragment):



Wie de echte geschiedenis in al zijn details wil lezen, raad ik de biografie The Enigma van Andrew Hodges aan. Geen gemakkelijke kost, maar wel de beste biografie over Alan Turing - en ook het boek waarop de film is gebaseerd.



"Sometimes it is the people no one imagines anything of who do the things that no one can imagine"

Hier is trouwens een interview van de BBC met de vrouw waarmee Turing korte tijd een verhouding heeft gehad: Joan Clarke (in de film gespeeld door Keira Knightley):



Bluff your way into Alan Turing:

Alan Turing is de pionier van ons digitale tijdperk en de geestelijke vader van de computer. In 1936 bedacht hij een machine − de Turingmachine − die niet alleen kan rekenen, maar alle soorten gedigitaliseerde informatie kan verwerken. Die machine noemen wij nu een computer. Het bedenken van deze machine was Turings belangrijkste bijdrage.

Turing voorspelde de grote rol van software “voor elk bekend proces”: we bouwen niet voor elke taak een nieuwe machine, maar het volstaat om steeds nieuwe software te schrijven die op dezelfde hardware kan draaien. Werp een blik op uw smartphone, laptop of tablet-pc en sta er even bij stil dat het allemaal exotische uitdossingen zijn van een bedrieglijk simpele Turingmachine.

Turings tweede grote bijdrage is het kraken van de Duitse Enigmacodering tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze bijdrage staat centraal in de film The Imitation Game. De Duitsers gebruikten in totaal zo’n twintigduizend Enigmamachines voor het versleuteld verzenden van geheime berichten vanuit alle windstreken. Voor het kraken van de Enigma ontwikkelden Turing en zijn collega’s speciale elektromechanische machines, zogeheten Bombes. In 1942 kraakten Turing en zijn collega’s dankzij de Bombes de Enigmacode van de Duitse onderzeeboten. De Britten ontcijferden zo vele tienduizenden Duitse berichten per maand, wat een belangrijke bijdrage leverde aan de winst op de Duitsers in de strijd op de Atlantische Oceaan. Historici schatten dat het kraken van de Enigma de Tweede Wereldoorlog met twee jaar heeft bekort.

De meeste van Turings tijdgenoten waren alleen geïnteresseerd in de computer als een machine om ingewikkelde rekenproblemen op te lossen. Alan Turing niet. Hij was primair geïnteresseerd in de computer als een instrument om te begrijpen hoe het menselijk brein werkt. Zijn ontdekking van de universele Turingmachine bracht hem geleidelijk op het idee dat een computer in principe alles kan doen wat het menselijk brein ook kan.

In 1950 stelde Turing een test voor die antwoord moest geven op de vraag wanneer we mogen zeggen dat een computer kan denken. In de Turingtest mag je via een toetsenbord en een beeldscherm chatten met een mens en een machine. Je weet echter niet wie wie is. Wanneer je niet binnen vijf minuten in staat bent te onderscheiden wie de mens en wie de machine is, dan is het volgens Turing eerlijk om te zeggen dat de machine kan denken. In juni 2014 heb ik zelf meegedaan aan een officiële Turingtest, de eerste waarvoor een computer officieel is geslaagd.

In 1952 werd Turing opgepakt voor het hebben van een homoseksuele relatie, destijds nog een misdaad in Groot-Brittannië. Hij werd veroordeeld tot een hormoontherapie van een jaar om zijn homoseksualiteit te onderdrukken. Twee jaar later werd Turing dood in zijn bed gevonden. Hoewel een duidelijk motief ontbreekt, heeft hij waarschijnlijk zelfmoord gepleegd door een appel in cyanide te dopen en daar een paar happen uit te nemen. In 2013 verleende de Britse koningin Elizabeth postuum gratie aan Turing.

Het belang van Alan Turing voor onze moderne digitale wereld is net zo gigantisch als die van Albert Einstein voor de natuurkunde.


De afgelopen jaren heb ik een groot dossier aan artikelen, radiobijdragen en lezingen over Alan Turing opgebouwd + natuurlijk mijn boek 'Turings Tango': klik hier voor een overzicht.

Friday, December 5, 2014

Stephen Hawking orakelt als een pseudo-wetenschapper

Op verzoek van Het Parool schreef ik het volgende opiniestuk in reactie op de recente uitspraken van Stephen Hawking over kunstmatige intelligentie (Gepubliceerd vrijdag 5 december 2014 in 'Het Laatste Woord')


Ooit was Stephen Hawking een topnatuurkundige. Door de ernstige neurologische ziekte ALS kwam aan zijn wetenschappelijke carrière helaas veel te vroeg ten einde. De laatste decennia is de aan een rolstoel gekluisterde Stephen Hawking vooral een bedrijf. Een bedrijf dat lezingen en boeken verkoopt. Een bedrijf dat in waarde stijgt wanneer Stephen Hawking zich presenteert als het moderne orakel van Delphi dat zijn licht laat schijnen over de toekomst van de mensheid.

Op 2 december sprak het orakel met zijn bekende computerstem tegenover de BBC over steeds slimmer wordende computers en robots: “De ontwikkeling van kunstmatige intelligentie kan het einde betekenen van de mensheid.” Robots kunnen zich vermenigvuldigen en de wereld overnemen, daar komt het op neer. Een Hollywood-scenario dat uitblinkt door een gebrek aan originaliteit. En waar Hollywood zich elke verdraaiing van de werkelijkheid mag veroorloven, zou Stephen Hawking beter moeten weten.

De feiten zijn glashelder. Ruim zestig jaar na de bouw van de eerste elektronische computers hebben slimme computers en robots onze wereld wel degelijk ingrijpend veranderd. Onze auto’s worden in elkaar gezet door robots. Binnenkort worden we zelf rondgereden door robotauto’s (pas wel op voor de onvermijdelijke fouten van de zelfrijdende auto). Computers gaan artsen helpen bij het stellen van diagnoses en het voorstellen van behandelingen. Door kunstmatige intelligentie zullen snelwegen veiliger worden en artsen minder medische missers maken.

Maar de feiten zijn ook dat geen enkele robot het gezond verstand heeft van een zesjarig kind. En hoewel robots zich in theorie kunnen voortplanten, hebben ze tot nu toe geen aandrang getoond. Onze slimste computers hebben de beste menselijke spelers verslagen met schaken en in de kennisquiz Jeopardy, maar ze leven niet, ze hebben geen bewustzijn, geen persoonlijk leven, geen lichaam en zijn beperkt in hun leervermogen. Daarnaast verbruiken ze ook nog eens driehonderdduizend maal zoveel energie als het menselijk brein.

Volgens de wet van Moore verdubbelt de rekenkracht van computers ongeveer elke twee jaar. De rekenkracht van het menselijk brein neemt echter niet toe. Ergo, zo redeneren mensen als Hawking: kunstmatige intelligentie zal binnen een paar decennia de menselijke intelligentie voorbij streven. Dit argument snijdt geen hout. Menselijke intelligentie is niet equivalent aan het aantal rekenoperaties per seconde. Zolang we onvoldoende begrijpen hoe het menselijk brein bewustzijn creëert, hoe het patronen herkent, hoe het leert en hoe het creatief is, weten we ook niet hoe we menselijke intelligentie in een computerprogramma moeten gieten.

De media smullen van uitspraken zoals die van Stephen Hawking. Maar het merendeel van de wetenschappers op het terrein van kunstmatige intelligentie hoont ze weg. Dat iets in theorie kan, betekent nog lang niet dat iets ook in de praktijk kan. In theorie kan morgen de wereldvrede uitbreken. In theorie kan de mens morgen met 99% van de lichtsnelheid door het heelal reizen. Beide zijn even onwaarschijnlijk. Hetzelfde geldt voor robots die de wereld overnemen.

Hawkings uitspraak leidt de aandacht af van de echt belangrijke vraag: hoe laten we menselijke en kunstmatige intelligentie − die verschillend van karakter zijn − het beste met elkaar samenwerken? Elk kunstmatig intelligent systeem, van de zoekmachine tot de automatische piloot, is nog steeds bedacht en geprogrammeerd door mensen. De mens houdt de supervisie, doet de aanpassingen en ontwerpt de communicatie tussen mens en machine.

Pedro Domingos, een Amerikaanse toponderzoeker op het terrein van de kunstmatige intelligentie, zei ooit: “Iedereen is zo bang dat computers heel slim worden en de wereld overnemen, terwijl de realiteit is dat computers heel dom zijn en de wereld hebben overgenomen. We kunnen geen dag zonder ze; de wereld functioneert niet meer zonder computers. Het zou beter zijn wanneer ze slimmer zouden zijn.”

Wanneer Stephen Hawking zegt dat kunstmatige intelligentie het einde kan inluiden van de mens, dan orakelt hij als een pseudo-wetenschapper. Hoe leggen we in de door ebola getroffen Afrikaanse landen uit dat een ooit vooraanstaand natuurkundige zich nu druk maakt over robots die de mensheid gaan uitroeien?

Wednesday, December 3, 2014

Homo erectus bewerkte al schelpen

Nederlandse onderzoekers doen een spectaculaire archeologische vondst in Leidse museumcollectie: een schelp met geometrische patronen die minimaal 430.000 jaar oud zijn.


Meer dan honderd jaar lag het onopgemerkt in een Nederlandse museumcollectie, en nu is het pas ontdekt: een schelp die door de voorloper van de moderne mens is gegraveerd met een geometrisch zigzagpatroon. De schelp moet 430.000 tot 540.000 jaar geleden zijn bewerkt op het Indonesische eiland Java. Daarmee is hij vijfmaal zo oud als de oudste tot nu toe gevonden gravering van een geometrisch patroon.

Lees het hele verhaal op NPO Wetenschap.