Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad van woensdag 25 mei 2011 en in NRC Next van donderdag 26 mei 2011
Kunnen we in een vijf-minuten-chat met alleen maar getikte tekst uitmaken of we met een mens of een computer chatten? Dat was de test die de Britse wiskundige Alan Turing in 1950 bedacht om antwoord te geven op de vraag of computers kunnen denken. In zijn boek Een wedstrijd in menselijkheid (Uitgeverij Contact) gebruikt de Amerikaanse auteur Brian Christian de Turing Test niet om na te denken over computers, maar juist over mensen. Wanneer verloopt menselijke communicatie vlotjes en wanneer en waardoor hapert ze? Hoe heeft de computer de manier waarop mensen communiceren veranderd?
Christian (1984) studeerde informatica en filosofie en richtte zich daarna op het schrijven. In De ware mens doet hij zelf mee aan de Loebner Prize, een wedstrijd die sinds 1991 jaarlijks wordt georganiseerd en die de enige praktische implementatie is van een Turing Test. De wedstrijd wordt in wetenschappelijke kringen echter al lang niet meer serieus genomen omdat computerprogramma’s zo hopeloos falen in de Turing Test en nauwelijks vooruitgang boeken.
Christian doet echter niet mee als proefpersoon, maar als zogeheten medeplichtige: achter de schermen moet hij proberen zo menselijk mogelijk over te komen op proefpersonen die niet weten of ze met een mens of een machine chatten. Maar wat is menselijk en wat is machinaal? Vanuit een Londense hotelkamer spreekt hij over wat de Turing Test volgens hem te vertellen heeft over de moderne mens.
Hoe weet ik zeker dat ik een mens aan de telefoon heb en niet een slimme chatbot?
“Dat is een prachtige vraag en een van de drijvende vragen in mijn boek. Wat begin jaren vijftig nog een puur filosofisch en academisch gedachte-experiment was, is nu dagelijkse praktijk. Dat vind ik zo interessant aan de Turing Test. Komt die e-mail echt van je vriendin, of van een automatische spambot? Word je op Twitter gevolgd door een mens of een twitterbot? Het is niet meer genoeg dat ik alleen een interessante weblink naar een vriend stuur. Dan kan hij denken dat het een spambericht is. Ik moet er tekst bij schrijven die hem overtuigt dat de link echt door mij is gestuurd. Spambots dwingen me om mijn berichten persoonlijker te maken.”
Turing bedacht zijn test voor machines, niet voor mensen. Waarom gebruik jij de Turing Test om na te denken over menselijke communicatie?
“Voor mij snijdt de Turing Test aan twee kanten. De filosoof John Lucas heeft gezegd dat wanneer computers slagen voor de Turing Test dat niet automatisch betekent dat computers zo intelligent zijn. Het kan ook als mensen houteriger gaan communiceren. We zijn gewend om vooruitgang in wetenschap en techniek af te meten aan precies gedefinieerde benchmarks: een vliegtuig dat door de geluidsbarrière vliegt of een mens die voor het eerst voet op de maan zet. De Turing Test is vaag. Hij meet de intelligentie van computers af aan de manier waarop we zelf communiceren. Maar die manier verandert door computers.”
Hoe dan?
“Ik wilde eens een vriend sms-en dat ik niet bij hem zou komen eten omdat ik me ziek voelde. Ik tikte het woord ill. Mijn telefoon maakte daar automatisch I’ll van en voor ik het besefte had ik het bericht verzonden. Dat heeft effect op mijn woordkeuze. Mijn telefoon vertelt mij eigenlijk: je moet het woord sick gebruiken als je ziek bent, niet ill. Dat is een klein, maar representatief voorbeeld.”
Maar de keuze is toch aan jou...
“In principe wel, maar ik word wel een bepaalde kant op gestuurd. De technologie zegt: ‘Spreek zoals de meeste mensen. Gebruik het standaard vocabulaire’. Het sms-programma werkt het meest efficiënt wanneer iedereen hetzelfde klinkt. Als een creatieve schrijver zie ik dat als anti-literair. Een creatieve schrijver wil juist niet net zo klinken als andere mensen.”
Hoe is de menselijke communicatie nog meer veranderd?
“Bij een vaste telefoon duurt het eentiende seconde voor ik je stem hoor. Bij een mobiele telefoon zestiende seconde. Dat is zes keer zo lang. Dat maakt een groot verschil uit. Pauzes hebben betekenis. Je kunt een precies getimede pauze laten vallen om af te tasten of de ander tevreden is met wat je hebt gezegd of dat hij wil dat je verder gaat. Mobieltjes maken het veel moeilijker de betekenis van die pauzes te gebruiken. Daarnaast is onze communicatie meer naar geschreven tekst verschoven waardoor timing, toon, ritme en lichaamstaal minder belangrijk zijn geworden.”
Chatbots hebben weinig vooruitgang geboekt in de Turing Test. Moeten we niet accepteren dat machines in andere dingen goed zijn dan mensen?
“Praktisch gezien lijkt het inderdaad idioot om een machine te bouwen die precies kan wat mensen al goed kunnen. Maar filosofisch gezien heeft de kunstmatige intelligentie ons veel geleerd over wat het betekent om mens te zijn. De mens werd altijd vergeleken met het dier. Westerse filosofen benadrukten dat de mens zich onderscheidde door abstract denken, redeneren, wiskunde en logica. De computer heeft laten zien dat machines daar net zo goed en soms zelfs beter in zijn. Maar juist de vaardigheden die we delen met dieren − een gezicht of omgeving herkennen, rondlopen zonder steeds ergens tegenaan te stoten − blijken voor machines heel moeilijk.”
Alsof de evolutie van computers in de omgekeerde richting verloopt als die van mensen: van abstract naar concreet...
“Precies. De kunstmatige intelligentie heeft ons de alledaagse vaardigheden, die we zo lang als volkomen vanzelfsprekend hebben beschouwd, leren herwaarderen. Een Segway gebruikt drie computerchips om rechtop te blijven tijdens het rijden. Wij doen dat zonder nadenken. Rechtop lopen is rekenkundig veel moeilijker dan schaken.”
Je hebt me overtuigd dat ik met een mens heb gesproken en niet met een slimme chatbot.
“Haha...Geslaagd voor de Turing Test. Daar ben ik blij om.”