Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad van donderdag 14 april 2011.
De Universiteit Leiden verbreedt de opleiding natuurkunde met meer maatschappijgerichte vakken. Bijvoorbeeld met het derdejaars keuzevak econofysica. De universiteit heeft er in maart speciaal een universitair docent voor aangetrokken, de Italiaanse natuurkundige Diego Garlaschelli (33). In mei en juni geeft Garlaschelli college econofysica. De bedoeling is dat hij doorgroeit naar de eerste Nederlandse hoogleraar econofysica.
Wat is econofysica?
“Econofysica is het toepassen van een natuurkundige manier van kijken, bijvoorbeeld via statistische fysica en netwerktheorie, op complexe economische systemen. Econofysica past in een lange traditie die in Nederland al terug gaat tot de natuurkundige en latere Nobelprijswinnaar economie Jan Tinbergen. In Amerika kreeg dit vakgebied halverwege de jaren negentig zijn naam. In Italië, waar ik vandaan kom, bestaat het al enige tijd. In Nederland is het nieuw.”
We hebben al financiële wiskunde, financiële statistiek en econometrie. Is econofysica niet oude wijn in nieuwe zakken?
“Ik ben zelf niet zo blij met de naam econofysica, maar het vakgebied is veel breder dan financiële statistiek. Wij bestuderen niet alleen financiële systemen maar bijvoorbeeld ook netwerken van bedrijven, banken of landen die met elkaar handel drijven. Het basisidee van de econofysica is om, net als in de natuurkunde, inzichten te krijgen uit de gegevens die de wereld om ons heen levert. Econofysica kan dan wel geen experimenten doen, maar dat kunnen astronomen of geofysici die aardbevingen bestuderen ook niet. Econofysica gebruikt dus observatiedata in plaats van experimentele data.”
Dat doen economen toch ook?
“Mijns inziens te weinig. Economen postuleren vaak het gedrag van een individu en proberen dan wiskundige wetten af te leiden voor een groot geheel van individuen. Econofysici kijken eerst naar de data zonder vooraf iets aan te nemen. Econofysica heeft niet als doel om de economie te vatten in de meest geavanceerde formules, maar om verschillende typen van onderliggend gedrag te onderscheiden op basis van die data.”
De econoom Paul Ormerod zei in een kritisch Nature-artikel over econofysica dat de natuurkundige manier van kijken in de economie een handicap is omdat verschillende mensen verschillend handelen op verschillende tijdstippen en verschillende plaatsen. Wat vind je van die kritiek?
“Ik ben het er deels mee eens. Natuurkundigen hebben zeker de neiging om te zoeken naar universele regels. Mensen zijn echter geen biljartballen die zich overal en altijd hetzelfde gedragen. Natuurkundigen moeten zich er van bewust zijn dat hun modellen menselijk gedrag beschrijven dat onderhevig is aan psychologische en sociale processen. Maar daar staat tegenover dat economen niet het vooroordeel moeten hebben dat alleen zij economische systemen mogen en kunnen bestuderen. De natuurkundige manier van kijken, ontwikkeld voor niet-levende systemen, kan wel degelijk ook op levende systemen worden toegepast. Kijk maar naar de biofysica. In de afgelopen tien jaar heeft de biofysica nieuwe inzichten opgeleverd over biologische systemen.”
En welke nieuwe inzichten heeft econofysica al opgeleverd?
“Standaard economische theorieën nemen vaak het gemiddelde als representatief voor het geheel. Econofysica laat duidelijk zien dat individuele eenheden in een economisch model − bijvoorbeeld de koers van een aandeel, het inkomen of de export van een bedrijf − onderhevig zijn aan grote fluctuaties. Deze fluctuaties zijn zo groot dat het gemiddelde niets zegt over het gedrag op grote schaal, net zoals het gemiddelde inkomen in een land niets zegt over het brede spectrum van wat burgers werkelijk verdienen.”
De kredietcrisis heeft onder andere de zwakheden van wiskundige financiële modellen blootgelegd. Kan econofysica het beter doen?
“De kredietcrisis heeft laten zien hoe traditionele economische theorieën kunnen falen. Econofysici hebben recent de eerste analyses gemaakt van hoe banken met elkaar zijn verknoopt. Dan zien we een netwerk waarin sommige banken heel veel verbindingen hebben en andere heel weinig. Het gemiddelde aantal verbindingen van een bank zegt niets, terwijl economen typisch dat gemiddelde gebruiken. Econofysici bestuderen wat dit type netwerk betekent voor hoe en hoe snel een bank die failliet gaat de rest van het netwerk beïnvloedt. De inzichten die daaruit volgen kunnen we gebruiken voor beter risicomanagement.”
Je aanstelling wordt gefinancierd door een bedrijf [Duyfken Trading Knowledge BV., een bedrijf dat handelt in obligaties, opties en futures]. Hoe onafhankelijk kun je zijn in je onderwijs en onderzoek?
“Het bedrijf betaalt de universiteit en de universiteit betaalt mij. Mijn contract met de universiteit is hetzelfde als dat van andere wetenschappers die via zo'n tenure-track-contract kunnen doorgroeien naar hoogleraar. Het contract waarborgt mijn onafhankelijkheid. Het bedrijf laat me vrij in mijn onderzoek en onderwijs en alleen de universiteit beoordeelt mijn prestaties. Daar heb ik tijdens de sollicitatieprocedure ook expliciet naar gevraagd en die onafhankelijkheid werd bevestigd. Trouwens, nadat het contract afloopt, wil de universiteit zelf de financiering voortzetten.”