Dit artikel is gepubliceerd in dagblad Trouw, 9 juni 2008
Wereldwijd worden ongeveer zesduizend talen gesproken. Vijfduizend hiervan kennen minder dan duizend sprekers en van sommige talen zijn nog maar enkele sprekers over. Over een eeuw zal waarschijnlijk minstens de helft van de huidige zesduizend talen verdwenen zijn.
Dat een taal dreigt uit te sterven, maakt in de allereerste plaats natuurlijk uit voor het volk dat die taal spreekt, zegt taalonderzoeker Cecilia Odé van de Universiteit van Amsterdam. “Mensen hebben behoefte aan een eigen identiteit. Taal verbindt een volk en onderscheidt het van andere volkeren. Het behoud van de taal hangt sterk samen met het behoud van de cultuur en met een gevoel van zelfrespect. Bovendien kun je lang niet alles vertalen. Het Nederlandse ‘gezelligheid’ is ook onvertaalbaar.”
Een veel voorkomende oorzaak van het uitsterven van een taal is dat sprekers worden gedwongen over te stappen op de taal van de overheersende omgeving. Naar verluidt gaat de Canadese premier Harper op 11 juni zelfs voor het eerst excuses aanbieden voor de anderhalve eeuw waarin de taal en cultuur van de indianen in Canada werden onderdrukt.
Daarnaast is het voor de wetenschap tamelijk dramatisch dat talen verdwijnen, omdat maar een kwart tot een derde van alle talen is beschreven, aldus Odé. Nog steeds worden er talen ontdekt met onbekende verschijnselen. En omdat de meeste bedreigde talen geen schrift kennen, is het voorgoed afgelopen wanneer de laatste spreker is gestorven.
Toendra Joegakir rendier herders, Foto: Cecilia Odé
Odé onderzoekt enkele van die bedreigde talen, onder andere het Toendra Joekagir in Noordoost-Siberië, dat nog maar enige tientallen sprekers kent. Deze bedreigde taal kent een vorm van verhalen vertellen waarbij spreken geleidelijk overgaat in zingen. Daarbij worden klanknabootsingen uit de natuur gebruikt, bijvoorbeeld geluiden van rendieren.
Toch is het onvermijdelijk dat talen uitsterven, zegt Odé. Niet elke taal moet kost wat kost behouden worden. Hoewel er onherroepelijk iets verloren gaat, wil ze mensen niet opzadelen met nog een doemverhaal. “In plaats van het uitsterven van talen te zien als het zoveelste wereldprobleem, vind ik het belangrijker dat mensen zien hoeveel plezier je kunt beleven aan de rijkheid van een taal. Dat tonen we ook op onze website, speciaal voor de vwo-bovenbouw: http://www.bedreigdetalen.nl/. Er kunnen trouwens ook weer nieuwe talen ontstaan. Dat zie je in Nederland met een straattaal die een mengelmoes is van Turks, Marokkaans en Surinaams.”
De taal opent de deur naar een cultuur, en weerspiegelt de manier waarop een volk tegen de wereld aankijkt. Sommige talen kennen een uitgebreid arsenaal aan begroetingen. De Papoeataal Mpur niet. Daarin kun je met de deur in huis vallen als je mensen ontmoet; of zwijgend vertrekken. In het Toendra Joekagir word je als gast juist met speciale zang ontvangen.
Wat het uitsterven van talen dus ook uitmaakt, is een verlies aan diversiteit. Odé: “Stel je voor dat de enige bloem in de wereld een anjer zou zijn, de enige vogel een merel, de enige taal het Engels, en dat we alleen maar macaroni met gehakt zouden eten. Niemand wil dat. Mensen willen diversiteit.”