Friday, February 8, 2008

Gaat de tijd echt langzamer tijdens een ongeluk?

Mensen die een ongeluk hebben meegemaakt, zeggen vaak dat het leek alsof er zich een vertraagde film in hun hoofd afspeelde. Alsof ze meer waarnamen dan normaal in dezelfde tijd. Illusie of werkelijkheid?

Amerikaanse onderzoekers namen vorig jaar de proef op de som (PLOS One, december 2007). Ze lieten dertien proefpersonen van een hoge toren afspringen. 31 meter lager en 2,49 seconde later vielen ze veilig in een net. Tijdens de vrije val moesten ze een visueel testje uitvoeren. (Eén proefpersoon bleek zo bang dat ze haar ogen sloot tijdens de val en het testje dus niet kon uitvoeren…)

De proefpersonen droegen tijdens de val een speciaal ‘polshorloge’ met twee vierkante LED-displays, elk van acht bij acht rode lampjes. Op ieder display knipperde afwisselend een cijfer en zijn negatiefbeeld. Gaat het knipperen langzaam genoeg, dan herkennen de proefpersonen beide cijfers. Maar knipperen cijfer en negatiefbeeld sneller dan eens in de 0,047 seconde, dan lukt het niet meer.

Dit is het effect van de thaumatroop, of ‘wonderdraaier’: een schijfje met een de ene kant het plaatje van een vogel en aan de andere kant dat van een kooi. Aan beide zijkanten van het schijfje zitten touwtjes. Als je de touwtjes allebei snel tussen je vingers rolt, lijkt het alsof je een vogel in een kooitje ziet (zie simulatie op http://assassindrake.com/tt.php). Twee beelden versmelten tot één.

Als een crisissituatie, zoals een vrije val, onze tijdsbeleving werkelijk vertraagt, dan zouden we de cijfers ook moeten waarnemen wanneer ze iets sneller dan eens in de 0,047 seconde worden afgewisseld met hun negatiefbeeld.
Tijdens de vrije val keken de proefpersonen op het polshorloge naar twee knipperende cijfers. Eenmaal weer veilig beneden, rapporteerden ze welke cijfers ze hadden waargenomen. Er bleek geen verschil met hetzelfde experiment gewoon veilig op de grond. Onze hersenen werken tijdens een ongeluk of een andere crisissituatie dus niet als een hogesnelheidscamera, die meer ziet dan normaal.

De proefpersonen moesten ook met een stopwatch klokken hoe lang ze dachten dat de vrije val had geduurd. De duikelaars dachten wel degelijk dat de val langer had geduurd dan in werkelijkheid: iets meer dan eenderde langer. Maar ze namen niet meer dan normaal waar.
Wat is er dan aan de hand? Hoofdonderzoeker David Eagleman geeft als verklaring dat we akelige gebeurtenissen beter in het geheugen opslaan – een bewezen fenomeen. En hoe meer je je herinnert van een gebeurtenis, hoe langer deze achteraf lijkt. Je neemt dus niet meer waar tijdens een ongeluk, je herinnert je achteraf alleen meer.

Dit lijkt sterk op het effect dat we denken dat het leven sneller gaat, wanneer we ouder worden. Als kind, wanneer we veel dingen voor het eerst meemaken, slaan we van die gebeurtenissen veel in het geheugen op. Maar naarmate we ouder worden, en steeds meer al eens hebben meegemaakt, slaan we ook minder van die gebeurtenissen in het geheugen op.

Published in TROUW, January 28, 2008