Friday, February 8, 2008

Hoe kun je stress het beste tegengaan?

Minder gestresst raken als goed voornemen voor 2008? Maar hoe doe je dat?

Een zebrabestaan zit er voor ons niet in. Dan zouden we niet opgefokt raken door belastingaanslagen, deadlines, files en gesteggel om het huishouden. Vluchten voor de klauwen van een leeuw, ons kostje bijeen scharrelen, en de drang om gestreepte kleintjes te verwekken zouden ons zebrabrein en -lichaam beheersen. Korte-termijnstress, noodzakelijk om te overleven.

Psychologische stress is de prijs die wij – en in mindere mate onze naaste apenverwanten – betalen voor het evolutionair ontwikkelde hersenraadsel dat we bewustzijn noemen. En als die stress maar lang genoeg duurt, kan hij ons zelfs depressief maken of een hartaanval bezorgen. Enig stressmanagement is geen overbodige luxe.

Robert Sapolsky kan weten hoe dat moet. Hij is hoogleraar aan de Stanford Universiteit (VS) en schrijver van het standaardboek over stress: Why zebras don’t get ulcers. Al meer dan 25 jaar verruilt hij ’s zomers zijn stresslaboratorium voor een verblijf tussen de bavianen in Kenia. Daar onderzoekt hij hoe de bavianenpersoonlijkheid de stressomgang beïnvloedt.

Meest voor de hand liggend, en de Sapolsky-favoriet: bewegen. Meerdere malen per week en zeker een half uur per keer. Het verkleint de kans dat stress je extra vatbaar maakt voor hart- en vaatziekten en stofwisselingsstoornissen. Zolang het maar een vorm van bewegen is die je graag doet. Sapolsky: “Ratten die vrijwillig in een looprad rennen, raken stress kwijt. Ratten die worden gedwongen, raken juist veel meer gestresst.”

Zeker zo belangrijk: sociaal-emotionele steun van trouwe familie en vrienden. “Stel, ik laat je een publieke voordracht geven, of confronteer je met twee onbekenden die ruzie met je gaan maken. Allebei stressvolle situaties. Maar je stressrespons is lager, wanneer je vertrouwde vrienden in de buurt hebt. Mensen met een goed sociaal netwerk hebben een langere levensverwachting.” Zelf steun geven helpt trouwens ook om stress te verminderen. Misschien is dat het evolutionaire voordeel van altruïsme.

Een ondergeschoven kindje in het stressmanagement: een zekere mate van controle en voorspelbaarheid, zonder dat het sleur wordt. Als je dan toch wekelijks met die onuitstaanbare baas moet overleggen, dan liefst steeds op dezelfde dag en tijd. Maar probeer geen zaken te controleren die al verleden tijd zijn of buiten je macht liggen. Het gaat trouwens vooral om het geloof dat je controle hebt. Plaats een proefpersoon in een kamer met af en toe keihard geluid. Ze mag een knop bedienen en krijgt te horen dat ze daarmee het lawaai vermindert. Als ze dat echt gelooft, neemt haar stressrespons af, ook al vermindert het lawaai in werkelijkheid niet.

Nog een Sapolsky-tip voor de portemonnee van 2008: “Wantrouw mensen die zeggen dat hun type stressmanagement beter werkt dan een ander type. Die willen vooral aan je verdienen.” Want als het om stressmanagement gaat, is er maar weinig keihard bewezen. Als je totaal niet van sporten houdt, raak je in de fitnessruimte waarschijnlijk eerder meer dan minder gestresst. En als je wel gaat, laat dan de mobiele telefoon thuis.


Published in TROUW, January 7, 2008