Sunday, May 11, 2008

De hamvraag (17)



Poolblog – Woensdag 7 mei http://www.volkskrantblog.nl/blog/57852

IJsplaten kraken en breken onder de romp van het schip. Breuklijnen snijden tientallen meters door het ijs en splijten het uit elkaar. De helft van de dag zijn we bezig met ijsbreken en deint het schip op en neer. Eindelijk geweld.

Gisteren was het nog dun ijs. Het voelde nauwelijks als ijs breken. Vandaag varen we dichter bij de kust, en zijn de ijsplaten meer dan een meter dik. De Amundsen kan meer dan drie meter aan. Vaak vaart het schip een stuk terug om een aanloop te nemen en een nieuwe ijsschots in stukken te rammen.

We passeren vandaag meer dan twintig Groenlandse walvissen. Ik heb ze allemaal gemist. Steeds op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Maar er rest nog wat tijd om ze wel te zien.

Dat voorlopige gemis wordt ruimschoots goed gemaakt doordat ik opnieuw mag meevliegen met de helikopter. Een vlucht van twee uur over het opbrekende zeeijs naar het vasteland aan de Franklin Bay en terug. Het dikkere ijs is spierwit. Het jongere ijs is donkerder. Het hele dunne ijs is bruin gekleurd door de zeeijsalgen, die gretig gebruik maken van het licht dat het ijs doorlaat.



Als ik dit schrijf, zit mijn laatste volle dag op de Amundsen-ijsbreker er voor driekwart op. Als het weer het toestaat, vlieg ik morgen eerst terug naar Inuvik, en een dag later via Edmonton, Calgary en Londen naar Amsterdam.

De Circumpolar Flaw Lead Study (CFL) met de Amundsen begon op 15 oktober 2007 en loopt nog door tot 1 augustus 2008. Daarna hebben de wetenschappers nog twee jaar nodig om alle verzamelde gegevens te analyseren, wetenschappelijke artikelen te schrijven en de CFL-resultaten samen te vatten.

Voor gedetailleerde wetenschappelijke conclusies is het dus nog te vroeg. Wel valt er al wat te zeggen van de ijs- en sneeuwobservaties in de Amundsen Golf. Tijdens de wetenschappelijke vergadering van gisteravond vatte John Iacozza van de Universiteit van Manitoba in Winnipeg er een aantal samen.

“Het opbreken van het zeeijs in de Amundsen Golf begint ongeveer een maand eerder dan gebruikelijk is. Dat is veel sneller dan we aan het begin van de CFL-studie hadden gedacht. Dit jaar is de oostenwind dominant, en niet de noordenwind. Die oostenwinden duwen het ijs van de Amundsen Golf nu snel naar de Beaufort Zee. Als deze winden aanhouden, kan een groot deel van het zeeijs over twee weken verdwenen zijn uit de Amundsen Golf.”

De kapitein maakte een verkenningsvlucht langs de westkust van Banks Island. Hij vertelt: “Zo ver we konden kijken, zagen we open water. Pas ver uit de kust ligt het pakijs op de Arctische Oceaan. Vanuit Sachs Harbour, aan de zuidkant van Banks Island, zou ik zo kunnen doorvaren langs de hele westkust van het eiland. Zeer ongebruikelijk.”

Professor Dave Barber is de leider van het CFL-project en de wetenschappelijk begeleider van een handvol wetenschappers aan boord. Toen ik aan boord ging, kwam hij net van de Amundsen af. Op de CFL-website schrijft hij: “Er is een systematische trend richting later bevriezen, vroeger smelten, een kleiner oppervlak aan meerjarig ijs en dunner wordend ijs.” Volgens hem zijn de veranderingen niet meer toe te schrijven aan een gewone, natuurlijke variabiliteit.

En dan de hamvraag: Is het de klimaatverandering?

Alle wetenschappers die ik aan boord spreek, zijn voorzichtig met hun conclusies. Op grond van wat je in het hier en nu ziet, kun je die conclusie nooit trekken. Je moet harde data analyseren van zo’n drie decennia. Je moet alle puzzelstukjes – wetenschappelijke observaties van het zeeijs, van de atmosfeer, van de sneeuw, van de oceaan, van de poolflora en -fauna, en ook de observaties van de Inuit – bij elkaar voegen. Een hels karwei. En je moet de klimaat- en zeeijsmodellen voor het poolgebied zoveel mogelijk voeden met experimentele informatie. Pas als je dat doet, ja, dan is het waarschijnlijk dat de smeltende pool een gevolg is van klimaatverandering.

Waarschijnlijk…

Als wetenschappers zeggen dat ze nog niet alles weten, vertalen sommige burgers of klimaatsceptici dat als dat ze niets weten. Onzin. Onzekere wetenschap is heel iets anders dan slecht onderbouwde wetenschap. Wetenschap is een proces dat het aantoonbaar onware scheidt van het mogelijk ware. Sommige wetenschappelijke uitspraken zijn heel onzeker, sommige bijna zeker, maar geen enkele is helemaal zeker.

We moeten leren leven met wetenschappelijke onzekerheid, zoals dat in het gewone leven ook het geval is.

Wetenschappelijke kennis zit in de wetenschappelijke gemeenschap. Als meer dan negentig procent van de wetenschappers het ergens over eens is, dan is dat de wetenschappelijke kennis van het moment. Dit is geen garantie dat ze gelijk hebben, maar het is wel de best mogelijke kennis van dit moment. En gaandeweg moet je die kennis durven corrigeren als nieuwe feiten daarom vragen.

Het verschil is dat de wetenschap een oneindig geduld heeft, maar de maatschappij niet.