Poolblog – Vrijdag 2 mei http://www.volkskrantblog.nl/blog/57852
Vaak hoor je het verhaal achter het verhaal aan de bar. Ook op de Amundsen. De bar is allereerst de plek waar het ijs tussen de wetenschappers en de bemanningsleden van de Amundsen wordt gebroken. Want dat zijn twee gescheiden werelden, niet in de laatste plaats doordat bijna alle bemanningsleden Frans als voertaal hebben, en lang niet iedereen Engels spreekt (of wil spreken).
“We zijn hier helemaal niet voor de wetenschap, als je het mij vraagt”, vertelde bemanningslid Benoit van de Canadian Coast Guard gisteravond aan de bar. “We zijn hier om de Canadese aanwezigheid in het poolgebied duidelijk maken. Decennialang gaf niemand iets om deze streek. Maar met het terugtrekken van het ijs lonkt er olie, gas en andere grondstoffen. Nu vliegen allerlei hoogwaardigheidsbekleders af en aan naar Inuitnederzettingen, terwijl ze er daarvoor nooit naar omkeken.”
Volgens de US Geological Survey herbergt de noordpoolzeebodem een kwart van de onontgonnen olie- en gasreserves op aarde. En dus claimen alle staten met land in het noordpoolgebied – Canada, Rusland, de VS, Denemarken en Noorwegen – delen van de zeebodem onder de noordpool. Het arctisch gebied is ineens van politiek belang geworden.
“Vorig jaar plantte een Russische onderzeeër een vlag op de bodem van de noordpool”, zegt Benoit. Symboolpolitiek, maar toch. “Eeuwenlang hebben de Europeanen naar de Noordwest Passage gezocht, een korte route van Noord-Europa naar Azië. Nu lijkt die commercieel aantrekkelijk te kunnen worden. Vorige zomer lag hij open en kon je er vrij makkelijk doorheen varen.”
Ik vraag hem wat er op dit moment zou gebeuren wanneer een niet-Canadees schip door de Noordwest Passage vaart. “Canada zou het als een inbreuk beschouwen,” zegt hij, “maar er zou niets gebeuren. Het punt is wel dat als er een ongeluk gebeurt, iedereen naar Canada zal kijken om iets te doen. Stel dat er een Exxon Valdez-achtige ramp zou plaatsvinden, dan zit Canada met de gevolgen.”
Als Benoit hoort dat ik uit Nederland kom, vraagt hij of ik The Nits ken. Tuurlijk. Maar dat hij ze kent? “Ik heb ze een keer of zes live gezien”, zegt hij. “Daniel, een vriend van mij van de Atomic-club in … nam de bandleden mee naar Tadoussac om naar de walvissen te gaan kijken. Daar hebben ze later hun nummer Whales of Tadoussac op gebaseerd.”
Vanmiddag heb ik de kapitein van de Amundsen, Stéphane Julien, gevraagd naar zijn ervaring op de Noordwest Passage en zijn mening over de commerciële haalbaarheid. Hij rouleert het kapiteinschap samen met Lise Marchand. Om en om hebben ze de Amundsen door de Noordwest Passage gevaren; de klassieke route door de Amundsen Golf. Daar ging een uitgebreide inspectie per helikopter aan vooraf, om inzicht te krijgen in het gedrag van het weer en het ijs.
Gebogen over de kaart van het arctisch gebied, vertelt hij: “Ik verwacht dat over een jaar of twee, drie de eerste tanker door de passage zal varen, maar dan de brede passage via McClure Strait. Daar kunnen ook grote schepen doorheen. Om te laten zien dat het kan. Langs de klassieke route kan dat alleen met kleinere schepen. Canada kan daar dan niets tegen doen, omdat het internationale wateren zijn. Maar na die eerste keer? Ja, de Noordwest Passage is veel korter dan de traditionele route via het Panamakanaal. Dat bespaart tijd en brandstof. Maar andere kosten gaan omhoog.”
“Ook met het terugtrekken van het ijs, ligt de passage nog steeds in poolgebied. Als er iets met je schip gebeurt, lig je in niemandsland. Dan verstook je binnen een paar dagen de brandstof die je dacht te besparen. Er zijn geen lichten, geen havens, geen hulp dichtbij en navigeren is er lastiger, zelfs in de brede passage via McClure Strait. De verzekeringspremie voor schepen die de Noordwest Passage willen varen zal hoog zijn, omdat de risico’s hoog zijn. Verder heb je geen andere havens onderweg die je kunt aandoen. Dat doen de schepen die via het Panamakanaal van Europa naar Azië varen wel, en dat maakt hun route rendabeler. Of de Noordwest Passage echt commercieel haalbaar wordt, is maar de vraag.”
Hij zegt ook: “Natuurlijk wil Canada zijn aanwezigheid laten zien. Tot voor kort was niemand in het poolgebied geïnteresseerd. Canada heeft met de wetenschappelijke CFL-studie veertig miljoen Canadese dollar [zo’n 27 miljoen euro] geïnvesteerd. Het grootste project binnen het Internationale Pooljaar 2007/2008.”
Wetenschap is mensenwerk, met dezelfde mensenstreken. Natuurlijk zijn veel wetenschappers volop geïnteresseerd in de poolstreek. Natuurlijk is het een fascinerend gebied. Maar iemand moet die wetenschap betalen, en dan spelen politieke argumenten altijd een rol.
De kapitein vertelt me ook dat we morgen, 3 mei, vanaf zeven uur in de ochtend gaan varen. Een dag propvol met experimenten: eerst met het ijs dat we gaan breken, daarna op de rand van het pakijs en het open water, en ten slotte in het open water. Morgenavond wordt de boot weer ergens in het ijs geparkeerd.
Voor 4 mei staat er een hockeywedstrijd op het ijs gepland, zonder schaatsen dan wel.
Vaak hoor je het verhaal achter het verhaal aan de bar. Ook op de Amundsen. De bar is allereerst de plek waar het ijs tussen de wetenschappers en de bemanningsleden van de Amundsen wordt gebroken. Want dat zijn twee gescheiden werelden, niet in de laatste plaats doordat bijna alle bemanningsleden Frans als voertaal hebben, en lang niet iedereen Engels spreekt (of wil spreken).
“We zijn hier helemaal niet voor de wetenschap, als je het mij vraagt”, vertelde bemanningslid Benoit van de Canadian Coast Guard gisteravond aan de bar. “We zijn hier om de Canadese aanwezigheid in het poolgebied duidelijk maken. Decennialang gaf niemand iets om deze streek. Maar met het terugtrekken van het ijs lonkt er olie, gas en andere grondstoffen. Nu vliegen allerlei hoogwaardigheidsbekleders af en aan naar Inuitnederzettingen, terwijl ze er daarvoor nooit naar omkeken.”
Volgens de US Geological Survey herbergt de noordpoolzeebodem een kwart van de onontgonnen olie- en gasreserves op aarde. En dus claimen alle staten met land in het noordpoolgebied – Canada, Rusland, de VS, Denemarken en Noorwegen – delen van de zeebodem onder de noordpool. Het arctisch gebied is ineens van politiek belang geworden.
“Vorig jaar plantte een Russische onderzeeër een vlag op de bodem van de noordpool”, zegt Benoit. Symboolpolitiek, maar toch. “Eeuwenlang hebben de Europeanen naar de Noordwest Passage gezocht, een korte route van Noord-Europa naar Azië. Nu lijkt die commercieel aantrekkelijk te kunnen worden. Vorige zomer lag hij open en kon je er vrij makkelijk doorheen varen.”
Ik vraag hem wat er op dit moment zou gebeuren wanneer een niet-Canadees schip door de Noordwest Passage vaart. “Canada zou het als een inbreuk beschouwen,” zegt hij, “maar er zou niets gebeuren. Het punt is wel dat als er een ongeluk gebeurt, iedereen naar Canada zal kijken om iets te doen. Stel dat er een Exxon Valdez-achtige ramp zou plaatsvinden, dan zit Canada met de gevolgen.”
Als Benoit hoort dat ik uit Nederland kom, vraagt hij of ik The Nits ken. Tuurlijk. Maar dat hij ze kent? “Ik heb ze een keer of zes live gezien”, zegt hij. “Daniel, een vriend van mij van de Atomic-club in … nam de bandleden mee naar Tadoussac om naar de walvissen te gaan kijken. Daar hebben ze later hun nummer Whales of Tadoussac op gebaseerd.”
Vanmiddag heb ik de kapitein van de Amundsen, Stéphane Julien, gevraagd naar zijn ervaring op de Noordwest Passage en zijn mening over de commerciële haalbaarheid. Hij rouleert het kapiteinschap samen met Lise Marchand. Om en om hebben ze de Amundsen door de Noordwest Passage gevaren; de klassieke route door de Amundsen Golf. Daar ging een uitgebreide inspectie per helikopter aan vooraf, om inzicht te krijgen in het gedrag van het weer en het ijs.
Gebogen over de kaart van het arctisch gebied, vertelt hij: “Ik verwacht dat over een jaar of twee, drie de eerste tanker door de passage zal varen, maar dan de brede passage via McClure Strait. Daar kunnen ook grote schepen doorheen. Om te laten zien dat het kan. Langs de klassieke route kan dat alleen met kleinere schepen. Canada kan daar dan niets tegen doen, omdat het internationale wateren zijn. Maar na die eerste keer? Ja, de Noordwest Passage is veel korter dan de traditionele route via het Panamakanaal. Dat bespaart tijd en brandstof. Maar andere kosten gaan omhoog.”
“Ook met het terugtrekken van het ijs, ligt de passage nog steeds in poolgebied. Als er iets met je schip gebeurt, lig je in niemandsland. Dan verstook je binnen een paar dagen de brandstof die je dacht te besparen. Er zijn geen lichten, geen havens, geen hulp dichtbij en navigeren is er lastiger, zelfs in de brede passage via McClure Strait. De verzekeringspremie voor schepen die de Noordwest Passage willen varen zal hoog zijn, omdat de risico’s hoog zijn. Verder heb je geen andere havens onderweg die je kunt aandoen. Dat doen de schepen die via het Panamakanaal van Europa naar Azië varen wel, en dat maakt hun route rendabeler. Of de Noordwest Passage echt commercieel haalbaar wordt, is maar de vraag.”
Hij zegt ook: “Natuurlijk wil Canada zijn aanwezigheid laten zien. Tot voor kort was niemand in het poolgebied geïnteresseerd. Canada heeft met de wetenschappelijke CFL-studie veertig miljoen Canadese dollar [zo’n 27 miljoen euro] geïnvesteerd. Het grootste project binnen het Internationale Pooljaar 2007/2008.”
Wetenschap is mensenwerk, met dezelfde mensenstreken. Natuurlijk zijn veel wetenschappers volop geïnteresseerd in de poolstreek. Natuurlijk is het een fascinerend gebied. Maar iemand moet die wetenschap betalen, en dan spelen politieke argumenten altijd een rol.
De kapitein vertelt me ook dat we morgen, 3 mei, vanaf zeven uur in de ochtend gaan varen. Een dag propvol met experimenten: eerst met het ijs dat we gaan breken, daarna op de rand van het pakijs en het open water, en ten slotte in het open water. Morgenavond wordt de boot weer ergens in het ijs geparkeerd.
Voor 4 mei staat er een hockeywedstrijd op het ijs gepland, zonder schaatsen dan wel.