Poolblog – Donderdag 8 mei http://www.volkskrantblog.nl/blog/57852
Twee weken op de Amundsen-ijsbreker zitten erop. Vandaag moet ik van boord. Het schip blijft een dag of vier liggen in het landvaste ijs nabij Cape Parry, op het Canadese vasteland aan de Amundsen Golf. Voor het eerst in twee weken zien we land. Ik weet niet precies wat het is, maar op het moment dat ik land zag, ging er onherroepelijk iets verloren. IJseenzaamheid, ijsgevaar, ijsstilte, ijsillusies. IJs dat aan land vastzit, is toch een beetje nep, als je net aan zeeijs bent gewend.
IJseenzaamheid, maar dan gedeeld met veertig onderzoekers. Een miniatuurmaatschappij.
Land doet aan thuis denken, aan één en dezelfde vaste plek, aan stilstand. Een illusie die de moderne mens graag in stand houdt. Het ijs is elke seconde anders. Mijn thuis was veertien dagen lang een schip dat meedreef op een ijsschots, die elk moment uit elkaar kon breken. Een schip dat de laatste twee dagen ijsschotsen doorkliefde.
Onze ijsschots zal binnen een paar weken uit elkaar vallen. Er zit nog meetapparatuur in vast. Buisjes die koolstofdioxide uit het ijs verzamelen. Wachtend op een onderzoeker die zo vriendelijk is om nog eens langs te komen en meetapparatuur op de buisjes aan te sluiten. Wachten op Godot.
En er drijft een GPS met onze ijsschots mee, die voortdurend uitzendt waar het puzzelstuk uithangt. Alsof je de ijsschots oormerkt. Ik zou graag willen volgen waar hij heen drijft, wanneer hij uit elkaar valt, in hoeveel stukjes, en waar op de zeebodem het oormerk uiteindelijk beland (Wat zullen toekomstige archeologen wel niet denken?). Allemaal nutteloze informatie, maar toch geruststellend. Ik hou van nutteloze informatie. Het kan me niet nutteloos genoeg zijn.
Wanneer ik in de ochtend mijn spullen inpak, zwermen groepjes onderzoekers alweer uit over het ijs. Hier worden ijskernen geboord, daar worden sneeuwmonsters genomen en weer ergens anders brengt iemand een pomp in het ijs aan om zeewater omhoog te pompen en te analyseren. En op het bovendek – het apeneiland: een eilandje vol met aan alle kanten uitstekende instrumenten – wordt elke seconde de wind gemeten, het wolkendek, de luchtvochtigheid, de stroom van koolstofdioxide, de neerslaghoeveelheid. Harde schijven vol met enen en nullen.
Ik moet denken aan de verzuchting van professor Nummedal in de roman ‘Nooit meer slapen’ van W.F. Hermans: “Wat is wetenschap? Wetenschap is de titanische poging van het menselijk intellect zich uit zijn kosmische isolement te verlossen door te begrijpen!”
Afscheid nemen doet pijn. Stuntelige omhelzingen. Verkeerd gekozen woorden. Stiltes bij gebrek aan beter.
Twee weken op de Amundsen-ijsbreker zitten erop. Vandaag moet ik van boord. Het schip blijft een dag of vier liggen in het landvaste ijs nabij Cape Parry, op het Canadese vasteland aan de Amundsen Golf. Voor het eerst in twee weken zien we land. Ik weet niet precies wat het is, maar op het moment dat ik land zag, ging er onherroepelijk iets verloren. IJseenzaamheid, ijsgevaar, ijsstilte, ijsillusies. IJs dat aan land vastzit, is toch een beetje nep, als je net aan zeeijs bent gewend.
IJseenzaamheid, maar dan gedeeld met veertig onderzoekers. Een miniatuurmaatschappij.
Land doet aan thuis denken, aan één en dezelfde vaste plek, aan stilstand. Een illusie die de moderne mens graag in stand houdt. Het ijs is elke seconde anders. Mijn thuis was veertien dagen lang een schip dat meedreef op een ijsschots, die elk moment uit elkaar kon breken. Een schip dat de laatste twee dagen ijsschotsen doorkliefde.
Onze ijsschots zal binnen een paar weken uit elkaar vallen. Er zit nog meetapparatuur in vast. Buisjes die koolstofdioxide uit het ijs verzamelen. Wachtend op een onderzoeker die zo vriendelijk is om nog eens langs te komen en meetapparatuur op de buisjes aan te sluiten. Wachten op Godot.
En er drijft een GPS met onze ijsschots mee, die voortdurend uitzendt waar het puzzelstuk uithangt. Alsof je de ijsschots oormerkt. Ik zou graag willen volgen waar hij heen drijft, wanneer hij uit elkaar valt, in hoeveel stukjes, en waar op de zeebodem het oormerk uiteindelijk beland (Wat zullen toekomstige archeologen wel niet denken?). Allemaal nutteloze informatie, maar toch geruststellend. Ik hou van nutteloze informatie. Het kan me niet nutteloos genoeg zijn.
Wanneer ik in de ochtend mijn spullen inpak, zwermen groepjes onderzoekers alweer uit over het ijs. Hier worden ijskernen geboord, daar worden sneeuwmonsters genomen en weer ergens anders brengt iemand een pomp in het ijs aan om zeewater omhoog te pompen en te analyseren. En op het bovendek – het apeneiland: een eilandje vol met aan alle kanten uitstekende instrumenten – wordt elke seconde de wind gemeten, het wolkendek, de luchtvochtigheid, de stroom van koolstofdioxide, de neerslaghoeveelheid. Harde schijven vol met enen en nullen.
Ik moet denken aan de verzuchting van professor Nummedal in de roman ‘Nooit meer slapen’ van W.F. Hermans: “Wat is wetenschap? Wetenschap is de titanische poging van het menselijk intellect zich uit zijn kosmische isolement te verlossen door te begrijpen!”
Afscheid nemen doet pijn. Stuntelige omhelzingen. Verkeerd gekozen woorden. Stiltes bij gebrek aan beter.