Dit artikel is gepubliceerd in dagblad Trouw, 19 mei 2008
In het boek Half a brain is enough beschrijft de arts Antonio Battro het geval van het jongetje Nico. Nico had heftige epileptische aanvallen in de rechter hersenhelft. Zo heftig, dat er voor zijn overleving niets anders op zat dan een ingrijpende hersenoperatie. Anders zou ook de rest van zijn hersenen beschadigd raken.
Nico was bij de operatie drie jaar en zeven maanden oud. Eerst werd zijn volledige slaapkwab weggehaald. Wat er van zijn rechterhersenhelft nog overbleef, werd losgesneden van de linker hersenhelft en van de hersenstam. Dit deel werd niet verwijderd, maar functioneerde niet meer. Als volwassene zal hij het moeten doen met de helft van de normale 1400 gram hersenen.
Na de operatie kon Nico in eerste instantie niet lopen. Maar vijf jaar later rent en speelt hij vrij normaal, alleen een beetje trekkebenend. Wel beweegt zijn linkerarm moeilijk, en ziet hij niks in de linkerhelft van zijn gezichtsveld. Met die relatief kleine handicaps kan hij echter goed omgaan. Maar dan het opmerkelijke. Nico’s cognitieve, sociale en emotionele vermogens verschillen niet wezenlijk van die van zijn leeftijdgenoten. Zijn talige vermogens – typisch een vermogen van de linker hersenhelft – liggen zelfs ruim boven het gemiddelde.
De crux zit in het aanpassingsvermogen van Nico’s overgebleven hersenhelft. Hoe dat precies werkt, is nog onbekend. Specifieke training is wel essentieel. Vermogens die typisch worden geassocieerd met de weggehaalde rechter hersenhelft – onder andere wiskunde, beeldende kunst, muziek – zijn overgenomen door de overgebleven linker hersenhelft. En hoewel Nico voor die vaardigheden geen speciale aanleg heeft, is hij er ook niet slechter in dan de gemiddelde leeftijdgenoot. Nico had het geluk dat hij op zo’n jonge leeftijd werd geopereerd. Dat beperkte zijn functieverlies nog enigszins.
Wereldwijd zijn er ongeveer honderd patiënten waarbij vanwege heftige epilepsie een hersenhelft wordt verwijderd. Ook de Duitser Philipp Dörr leed zo zwaar aan epilepsie dat artsen geen andere oplossing zagen dan het verwijderen van de rechterhelft van zijn grote hersenen. Dörr was bij de operatie al elf jaar. Net na de operatie waren alle functies die vroeger door de rechter hersenhelft werden gedaan verdwenen. Drie jaar revalideerde Dörr na de operatie in het ziekenhuis, een veel langere revalidatieperiode dan bij Nico. Maar ook bij de Duitser bleek de flexibiliteit van het brein verrassend groot.
Hoewel Dörr veel herinneringen mist uit de jaren vóór de operatie, bleken zijn intellectuele vaardigheden nauwelijks onder de verwijdering van de rechter hersenhelft te hebben geleden. Zijn IQ is normaal. Praten en schrijven kan hij nog steeds. Hij schaakt en leest romans. Alleen als zijn brein veel taken tegelijk moet verwerken, heeft hij daar duidelijk moeite mee.
Ja, je kunt dus leven met één hersenhelft. Wat trouwens niet betekent dat er geen functies verloren gaan, of dat we, zoals een hardnekkige mythe beweert maar tien procent (of zelfs maar de helft) van onze hersenen zouden gebruiken. Het betekent wel dat de flexibiliteit van onze hersenen groter is dan we lang hebben gedacht.