Sunday, May 11, 2008

IJsgeheimen (5)



Poolblog – Zaterdag 26 april http://www.volkskrantblog.nl/blog/57852

Gisteravond was de wetenschappelijke aftrap. Elke onderzoeksgroep presenteerde zich en stelde een actieplan op. De Circumpolar Flaw Lead-study (CFL) die met de Amundsen wordt uitgevoerd, is multidisciplinair en varieert van fysisch, biologisch en chemisch tot atmosferisch en oceanografisch onderzoek. Een aparte plek is er zelfs voor onderzoek naar de eskimokennis van het zee-ijs. In totaal werken in een jaar tweehonderd wetenschappers uit vijftien landen mee aan de CFL. Voor de nieuwe lichting wetenschappers, waarmee ik aan boord kwam, is vandaag de eerste echte werkdag.

Ik wil zo snel mogelijk het ijs op, en besloot me gisteravond aan te melden bij de onderzoeksgroep ‘Biologie en chemie van het zee-ijs’. Het ochtendprogramma: ijskernen boren.



Het is -15,2 graden om negen uur ’s ochtends en ik ben tot de tanden met pooltextiel gewapend. Alleen mijn bergschoenen zijn eigenlijk te koud voor urenlang werken op het ijs. Sommigen hebben arctische schoenen, die tegen -50 schijnen te kunnen. Met z’n achten gaan we het ijs op. De wetenschappers brengen hun instrumenten en gereedschap per sneeuwscooter naar de boorplek. Mijn Canadese collega-wetenschapsjournaliste en ik lopen het stukje. Het is mistig en van de kapitein mogen we niet verder dan tweehonderd meter van het schip gaan. Daar worden de sneeuwscooters gestald en uitgeladen. Afstudeerstudent Benoit Philippe van de Universiteit van Quebec in Rimouski (UQAR) is niet alleen onze teamleider, maar ook onze ‘gunman’. Hij kan en mag schieten. Verder is er een gewapende bewaker van het schip meegekomen. Hij houdt voortdurend de omgeving in de gaten, mocht er een ijsbeer opduiken.

Eerst zoeken we drie plekken uit waar we ijskernen gaan boren: plekken met verschillende sneeuwdiktes bovenop het ijs: van tien tot enkele tientallen centimeters. De sneeuwdikte heeft invloed op de hoeveelheid licht die het ijs ontvangt en daarmee op de biologie. Vervolgens boren we gaten, halen de ijskernen naar boven, zagen ze in stukken en stoppen ze in thermosflessen. Afstudeerstudente Chantal Lacoste van de Universiteit van Quebec meet de ijsdiktes en ik noteer de metingen: bijna overal 1,31 meter. Soms een centimeter meer of minder.



Chantal laat me de lichtbruine onderkant van een net omhoog gehaalde ijskern zien. “Dat zijn de zee-ijsalgen.” Zee-ijsalgen staan aan de onderkant van het arctische voedselweb. Zelf onderzoekt ze niet de algen, maar de kleine beestjes in het ijs: nematoden en andere wormpjes, beestjes die leven van algen en microben. “Mijn familie verklaarde me voor gek dat ik hier mijn afstudeeronderzoek wilde doen, maar ik wil niets anders. Ik vind het fantastisch hier. Wat ik na mijn studie wil gaan doen, weet ik nog niet, als ik maar naar Arctica of Antarctica kan gaan.”

Het is een poolvirus dat veel van de wetenschappers aan boord heeft besmet. Een verslaving aan het buitenwerk in de poolwoestijn en aan het hechte, afgezonderde leven aan boord. Een raar soort wetenschappelijke commune. Weglopen kan niet. Je zit met elkaar opgescheept en dat kan zowel tot hechte vriendschappen als tot grote ruzies leiden. “Hoe kouder het buiten is, hoe groter de spanningen die bij het veldwerk ontstaan”, zegt Chantal. “Iedereen wil zijn eigen ding gedaan krijgen, en dat kan makkelijk botsen.”

Het structureel later bevriezen, vroeger smelten en dunner worden van het noordpoolijs heeft ook gevolgen voor de hele arctische voedselketen. De onderzoeksgroep waarbij ik me vandaag heb aangesloten, bestudeert deze gevolgen. Zee-ijs is de spil van het leven in het arctische gebied, zoals bomen dat voor de tropen zijn. Juist omdat het ecosysteem hier vrij simpel is vergeleken met alle andere klimaatzones op aarde, én omdat de biodiversiteit relatief laag is, kan een verandering in een deel van de voedselketen grote gevolgen hebben voor de rest van de keten.

Na een kleine drie uur werken, keren we terug naar het schip. De ijskernen die we buit hebben gemaakt, verdwijnen naar de laboratoria aan boord. Klaar om doorgelicht te worden op ijsalgen en ijsfauna; op koolstofdioxide en koolstofmonoxide. Niets kan het ijs geheim houden.